Dit pand bestaat uit een bedrijfsgedeelte en een woongedeelte en vormde een nieuwe invulling in de bestaande wand. Het pakhuis bestaat uit vier bouwlagen en heeft een symmetrische opbouw. De as van symmetrie wordt gevormd door bedrijfsdeuren en hijsluiken, waarbij aan de dakrand een hijsbalk geplaatst is voor de aan- en afvoer van goederen. Aan weerszijden van de deuren zijn kleine vensters geplaatst met een fijne roedeverdeling.

In tegenstelling tot het horizontaal gelede woonhuis, is het pakhuis verticaal gericht. Het woonhuis telt drie bouwlagen, waarbij de begane grond vrij gesloten is gehouden. De eerste verdieping daarentegen heeft een groot horizontaal raam. Bij de overgang naar het pakhuis heeft de architect gekozen voor een halfronde vorm die de beëindiging aangeeft van het woonhuis. Deze vorm is op de tweede verdieping doorgezet in metselwerk en steekt uit boven de daklijst. Dit punt markeert de twee funkties van het complex. Op de tweede verdieping is een loggia aangebracht.