Het drielaagse appartementengebouw uit de jaren '30 is één van de jongste gebouwen aan de Lage der A. Het wijkt qua horizontale en strakke vormgeving sterk af van de andere gebouwen.
De opbouw van de gevel is vrijwel symmetrisch, maar deze wordt op sommige plaatsen opgeheven. De portiektrap is centraal geplaatst en biedt toegang tot de appartementen op de verdiepingen. De appartementen van de eerste verdieping sluiten de portiek af waardoor de gevel op deze hoogte doorloopt. De woningen op de begane grond hebben elk een eigen toegang aan de straatzijde. Opvallend zijn ook de brede horizontale erkers van staal die over de gehele breedte van het respectievelijke appartement zijn geplaatst.
Deze erkers, met hun bijzonder fraaie roedenindeling, zijn kenmerkend voor de Nieuwe Zakelijkheid en geven het ontwerp een zekere subtiliteit mee. Opvallend zijn de diepe inpandige balkons op de tweede verdieping. Zij breken de gevel open en geven het geheel een gevarieerd uiterlijk.
De horizontaliteit van het ontwerp wordt versterkt door de betonlijsten die de erkers en inpandige balkons van de tweede verdieping accentueren. Het gebouw is enkele jaren geleden gerenoveerd en in de oorspronkelijke kleuren teruggebracht.