Jan Hissink Jansenstraat 17-19
Fuchsiahof 1-24
Hortensialaan
Op de hoek van de Rabenhauptstraat en de Achterweg ontwierp lokale held Bouma in 1928 een openbare lagere school met zes klassen. Het pand dat uit twee verdiepingen bestaat, heeft een pannendak en een stijl die we nu Kubistisch Expressionistisch noemen. In de toren in de westgevel is de schoorsteen opgenomen en als extra accent zijn halverwege drie horizontale betonplaten aangebracht. Aan de straatkant is de gevel behoorlijk gesloten.
De klaslokalen, met grote raampartijen om licht en zon binnen te laten, zijn gericht op een groot, door een muur afgesloten speelplein. Zo werd voorkomen dat de scholieren werden afgeleid door activiteiten op straat. Het plein is bereikbaar via een poortgebouw met een paraboolvormige entree. Een door Willem Valk gebeeldhouwde pelikaan is er te vinden als sluitsteen: de pelikaan symboliseert zorgzaamheid en aandacht voor het kind. Volgens een legende pikte een pelikaan in haar eigen borst om met het uitstromende bloed haar jongen te voeden.
De school fungeerde nog een tijd als dependance van de school van Bouma aan de Parkweg, maar kwam in de jaren ‘70 van de vorige eeuw leeg te staan. Het Grafisch Museum kon het pand in gebruik nemen voor haar machines, zonder dat er veel aan de indeling hoefde te worden veranderd. Het was toen behoorlijk verwaarloosd; de verf bladderde af.
Jarenlang ondervonden de gebruikers problemen met de karakteristieke stalen ramen. Het liefst zag het museum dat deze compleet werden vervangen. Na onderzoek en op aandringen van de gemeente, die het gebouw inmiddels als monument had aangewezen, werden alle ramen door een staalbedrijf gedemonteerd. Het was minder erg dan verwacht: de problemen bleken vooral te zijn ontstaan doordat de beweegbare delen met kit tochtvrij waren gemaakt, met als gevolg dat condensvocht van binnenuit voor flinke roestvorming had gezorgd.
De raamkozijnen werden ontroest, aangeheeld en van nieuwe conserveringslagen voorzien. Bij de restauratie kwam een bijzondere, felgele oude verflaag weer aan het licht. Deze ‘teruggevonden’ gele kleur werd uitgangspunt voor de kleurreconstructie op alle ramen en kozijnen.
Ook bij het schoonmaken van het schilderwerk op de gevels kwam een oorspronkelijke kleur weer boven: een geelgrijze witte kalklaag. Het interieur van het gebouw is nog steeds authentiek, met crèmekleurige geglazuurde tegels op de wanden van de gangen en de entree.