Ruimtegebrek en verzakkingen in de oudbouw deden Stadsbeheer Groningen besluiten op de bestaande locatie een nieuw gebouw te ontwikkelen. Het bestaande gebouw werd gedeeltelijk gesloopt en er werd een kantoor van vier – en deels drie – bouwlagen op de relatief kleine kavel gerealiseerd.

Het ontwerp is een markant U-vormige volume met deels gesloten, in genuanceerde baksteen gemetselde, gevels aan de noord- en zuidzijde en met hout beklede gevels aan de oost-en westzijde. De vierlaagse bebouwing wordt gekenmerkt door grote glasvlakken en betonnen luifels, die zich als een scupltuur om het gebouw vouwen.

Het interieur is in samenhang met het exterieur ontworpen en bevat lichthoven en vides voor een optimaal lichtgebruik. Een natuurlijk materiaalgebruik in combinatie met robuuste gemetselde gevels geven het gebouw een warme en krachtige uitdrukking.

Een bijzonder gegeven is dat het beton-reliëf van de kunstenaar Max Reneman, ooit onderdeel van een gesloopte school van de Groninger architect Coen Bekink, een nieuw plekje kreeg bij de entree van de nieuwbouw. Het kunstwerk werd in oorspronkelijke kleuren hersteld.