De 18 arbeiderswoningen aan de Westerbinnensingel zijn een vroeg voorbeeld van volkshuisvesting in de binnenstad. Het complex is enkele jaren na de slechting van de westelijke stadswal tot stand gekomen op de grens tussen de oude binnenstad (Sledemennerstraat) en het nieuw verworven buitengebied (Westerhavengebied).
Het complex bestaat uit twee bouwstroken die van elkaar worden gescheiden door een brandgang. De aaneengeschakelde woningen hebben één bouwlaag onder een doorlopend schilddak. De opzet van de plattegrond is er één van rug-aan-rug, waarbij de woonkamers per twee woningen naast elkaar zijn geplaatst. Door de hieruit ontstane lange rij vensters lijken de woningen groter dan ze in feite zijn. Het merendeel van de woningen heeft nog de oorspronkelijke paneeldeuren en zes-ruitsvensters.