Voor de in het oog springende straathoek van de Moesstraat en Tuinbouwstraat ontwierp architect A.J. Feberwee begin jaren dertig van de twintigste eeuw een woonblok met hoekwinkel. Het blok telt vier lagen en is daarmee hoger dan de omliggende bebouwing. De gevel is zeer gevarieerd en op het eerste oog enigszins onoverzichtelijk.
Feberwee heeft duidelijk gespeeld met de verdeling van grote en kleine ramen, (inpandige) balkons en erkers. De begane grond wordt onderscheiden van de rest door een andere kleur baksteen en door een mooie strook gemetseld vlechtwerk onder de vensters van de eerste verdieping. De hoek is afgerond met vensters van rondgegoten glas. De ronding en dynamiek van het gebouw worden benadrukt door de witbetonnen horizontale lijnen.
Op de hoek met nummer 39 aan de Moesstraat is tevens gekozen voor een ronde hoekoplossing. Een rijzige, bijna blinde muur vouwt zich daar als het ware naar binnen. De gestapelde erkers beginnen pas op de eerste verdieping, zodat ze op straatniveau de rooilijn niet overschrijden. Feberwee’s ontwerp is een prachtig voorbeeld van architectuur zoals die in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw veel werd gebouwd. Het betreft vaak woonblokken van drie tot vier lagen met stijlelementen van de Amsterdamse School (zoals ronde hoekoplossingen, beweging, baksteenexpressie).
Op Moesstraat 39 is tevens een ontwerp van Feberwee te zien. Dit woonblokje met winkelfunctie vertoont duidelijk dezelfde stijlkenmerken en het signatuur van de architect is dan ook goed te herkennen. Op een ingemetselde steen langs de entreetrap staat het bouwjaar vermeld.