Graaf Adolfstraat
Graaf Adolfstraat
Net als in de Graaf Adolfstraat zijn de woningen in de Johan Willem Frisostraat in opdracht van de ‘Maatschappij tot verbetering van woningtoestanden’ gebouwd. Deze straat is zelfs eerder gerealiseerd en is het eerste complex van arbeiderswoningen dat in de Oranjebuurt werd gebouwd. Voor 1918 bestond de wijk uit particuliere (villa)bebouwing aan de rand van het Noorderplantsoen, de Oranjesingel en Oranjestraat. De betrokken architecten voor de Johan Willem Frisostraat zijn, net als bij de Graaf Adolfstraat en andere straten in de Oranjebuurt, A.L van Wissen en G. Knuttel.
Voordat de Johan Willem Frisostraat kon worden gebouwd, moest de ondergrond worden verstevigd. De grond werd daarom opgespoten met zeezand, dat per schip werd aangevoerd over het Reitdiep. Door een schaarste aan bouwmaterialen, een gevolg van de Eerste Wereldoorlog, liep de bouw enige vertraging op.
De rijtjeswoningen aan de evenzijde van de Johan Willem Frisostraat bestaan uit één bouwlaag met een kap, afgewisseld met een hoog zadeldak. Het zadeldak heeft rode, zogenoemde ‘muldenpannen’ en een houten dakgoot op klossen. Eronder bevindt zich een rondboognisje in het gevelvlak. De voortuintjes en de lage, kleinschalige bebouwing refereren aan de sfeer van hofjes. Het geeft de straat een tuinwijkachtig karakter.
De ‘tuinwijk’ is een fenomeen dat ontstond aan het einde van de negentiende eeuw en was een reactie op de overvolle en ongezonde arbeiderssloppen. Speciaal voor de hardwerkende arbeiders verrezen er rustige buurtjes met veel groen. De Johan Willem Frisostraat is met deze bedoeling opgericht.