De structuur van de Oranjebuurt wordt bepaald door twee elkaar kruisende hoofdassen, de Prinsesseweg en de Nassaulaan (met in het verlengde het Nassauplein).

De totstandkoming van het Nassauplein, tussen 1926 en 1929, is het gevolg van een samenwerking tussen verschillende architecten en particuliere opdrachtgevers. De gevels geven de indruk gelijk te zijn, maar bij nadere bestudering blijken ze te bestaan uit enkele losse groepen, ieder met eigen vensterritmes, baksteendecoraties en gevelafsluitingen.

Het plein heeft in het midden een speeltuin en een rechthoekige vijver. De vijver, met daaromheen statige trappen, zitjes en symmetrisch aangelegd groen, werd door de vermaarde gemeentearchitect S.J. Bouma ontworpen in 1925. Naast een monumentaal uitzicht geeft het de bewoners ook de gelegenheid te recreëren en elkaar te ontmoeten.

Alle gebouwen aan het Nassauplein zijn in de stijl van de (verstrakte) Amsterdamse School ontworpen. De complexen zijn drie bouwlagen hoog met zowel beneden- als bovenwoningen. Zo is Nassauplein 1 samen met Prinsesseweg 24 als hoekoplossing door het architectenbureau Nijhuis & Reker in 1927 gebouwd.

De nummers 3 t/m 27 zijn in 1928 door de architecten G. Postma en H. Meersma gebouwd. Dit complex heeft een gebogen gevelwand met een verspringing in de rooilijn en zorgt voor de westelijke beëindiging van het Nassauplein. Nummer 10 is door A.J. Feberwee ontworpen en in 1926 gebouwd, nummer 12 t/m 18 door C. Laffra in 1927. Deze laatste woningen hebben op de verdiepingen tweezijdige erkers met betonnen sierelementen. De nummers 29 t/m 39 zijn naar een ontwerp van architectenbureau Kuiler & Drewes in 1929 gebouwd.

De twee gebogen gevelwanden sluiten het plein af en zorgen voor een intiem karakter.