Dit kantoorgebouw is ontworpen om huisvesting te bieden aan drie, aan de universiteit gelieerde, bedrijven: het Technologie Centrum Noord Nederland, de Transfer & Liaison Groep van de RUG en de RUG Houdstermaatschappij houden zich allen bezig met kennisoverdracht tussen de universiteit, hogescholen en het bedrijfsleven.

Het programma van eisen was zeer expliciet en vroeg om de huisvesting van twee grotere en twee kleinere bedrijfjes. De gangbare stapeling van het kleinste volume bovenop voldeed niet voor de architect en hij besloot de kleinere ruimte op de begane grond te plaatsen. Deze keuze heeft onder andere de vorm van het gebouw bepaald.

De high-tech uitstraling van het kantoorgebouw past goed bij het imago van de huurders. De vervormde stalen kubus staat als een amorf object in het landschap, waarbij de geel glazen entreepartij onder de bebouwing lijkt geschoven.

De architect beoogde meer een object dan een gebouw te ontwerpen. De omliggende gebouwen kenmerken zich door forse baksteenarchitectuur. Een vergelijkbaar gebouw zou anoniem in de massa kunnen verdwijnen. Het object moest om die reden in hoofdvorm een gebaar zijn.

Het volume bestaat uit drie bouwlagen en heeft een trappenhuis met lift. De geelglazen entree loopt door in de gezamenlijke entreehal en volgt de verticale route van de ontsluiting van de lift en trap. De gevels zijn bekleed met stalen sandwichpanelen met isolatie en hebben aluminium kozijnen. Op de meest zonbelaste gevels zijn nog eens horizontale zonweringen met daarachter antracietkleurige gevels aangebracht. Op andere plaatsen werd de gevel zo schuin en de neggen zo diep geplaatst dat de reflectie werd verhoogd en de zonnestraling kan afketsen. ‘Elk vormpje komt voort uit een functie’, zegt de architect.