Platform GRAS presenteert

STAAT IN GRONINGEN

Architectuur in Stad

vergroot

Andere objecten van DAAD Architecten

Klein Corpus fase 1

Semmelweisstraat

Klein Corpus fase 2

Semmelweisstraat

Menso Alting College

Vondelpad 4

afdrukken Het Paleis

Architectuur
toon vergroting Het Paleis
toon vergroting Het Paleis
toon vergroting Het Paleis

Oorspronkelijk was het Chemisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit midden in het stadscentrum ondergebracht in het Academiegebouw aan het Broerplein. Of eigenlijk: in het voormalige, Neoclassicistische Academiegebouw dat in 1906 afbrandde. Deze brand vormde tevens de aanleiding voor uitplaatsing van het laboratorium. Rijksbouwmeester J.A. Vrijman ontwierp hiertoe een nieuw complex, dat tussen 1910 en 1912 op de hoek van het Boterdiep en de Bloemsingel werd gerealiseerd.

Het pand, gebouwd in een bouwstijl die ook wel Hollands Classicisme wordt genoemd, verrees op een plek waar vroeger de vestingwerken gesitueerd waren. Vrijman was overigens ook verantwoordelijk voor het ontwerp van het nieuwe en huidige Academiegebouw. De basis voor het nieuwe laboratorium was een T-vormige plattegrond: twee vleugels en een middengedeelte. De vleugel aan de Bloemsingel was bestemd voor organische chemie en de andere voor anorganische en fysische chemie. Het middengedeelte werd voor onderwijsdoeleinden gebruikt. Oorspronkelijk was een deel van het terrein als tuin ingericht.

De hoofdentree bestaat uit een met natuursteen bekleed ingangsportaal, dat op de hoeken van Ionische pilasters is voorzien. Boven de ingang bevat de architraaf het opschrift ‘Scheikundig Laboratorium’ in vergulde letters. Opvallend zijn verder het ovaalvormig venster met glas-in-lood, de kroonlijsten, de versieringen en het timpaan met beeldhouwwerk, in de vorm van guirlandes en een wapenschild. Alle versieringen zijn uitgevoerd in St.-Joiresteen, een Franse kalksteensoort. Het laboratorium is een aantal keer uitgebreid, onder andere in 1927 met twee zijvleugels en een achtervleugel. Hierdoor zijn aan weerszijden van de T-poot twee binnenplaatsten ontstaan.

De uitbreiding werd zorgvuldig aan het hoofdgebouw aangepast, zij het in iets soberder vorm. In 1957-1961 vond er nog een grote uitbreiding aan de oostzijde plaats. Dit terrein maakte deel uit van de oude Joodse begraafplaats, de Jodenkamp. Vanaf de jaren ’70 van de 20ste eeuw werd het gebouw gebruikt door de medische faculteit.

Na het vertrek van de universiteit was het pand geruime tijd als atelier- en woonruimte bestemd. Het werd beheerd door antikraakorganisatie Carex. Het initiatief voor een volwaardige herbestemming stamt uit 2003. Een aantal Groninger kunstenaars ontwikkelde de eerste plannen om het monumentale pand om te vormen tot een cultureel verzamelgebouw. Daaronder bevond zich ook een aantal kunstenaars dat delen van het gebouw al als atelier gebruikte. Onder het motto ‘Doe mee en koop een Atelier’ werd kunstenaars - ook als investering - de kans geboden om tegen gunstige voorwaarden een atelier te kopen. Dit was een relatief unicum in de voornamelijk op huur en tijdelijke huur gerichte Groninger ‘ateliermarkt’.

Naar aanleiding van het initiatief werd de Stichting COB10 (Culturele Ontwikkeling Bloemsingel 10) opgericht, die als vertegenwoordiger zou optreden van de deelnemers die zich na de herontwikkeling in het pand wilden vestigen. KUUB Centrum voor Particuliere Bouw werd aangetrokken voor de ondersteuning op inhoudelijk en procesmatig vlak.

Vanaf het voorjaar van 2005 raakte - op advies van KUUB - woningcorporatie Nijestee als risicodragende en ontwikkelende partij én als trekker van het bouwkundig proces bij het plan betrokken. Om de samenwerking te bekrachtigen werd vervolgens in 2006 een overeenkomst gesloten. Nijestee had in eerdere fasen al interesse voor de herontwikkeling van het voormalig Scheikundig Laboratorium getoond. Zo waren studies gedaan naar de mogelijkheden voor een volledige woonbestemming en bedrijfshuisvesting. Deze plannen ketsten af op de grote diversiteit aan - meest onrendabele - ruimtes die herontwikkeling financieel onmogelijk maakten. Met het multi-functionele initiatief van COB10 diende zich een functie aan die juist gebaat was bij de diversiteit aan ruimtes. Na enig ‘gesleutel’ aan het oorspronkelijke initiatief, en met Nijestee als trekker, bleken functie en gebouw goed op elkaar aan te kunnen sluiten.

Architectenbureau DAAD, een bureau met ruime ervaring op het vlak van herbestemming, werd bij het project betrokken. Samen met de initiatiefnemers werd een plan gemaakt voor een cultureel woon- en werkcomplex; een broedplaats waar kunstenaars, vormgevers, ondernemers en cultuurliefhebbers elkaar kunnen ontmoeten en inspireren en waar wonen en werken samengaan. Het voormalige lab werd omgedoopt tot Het Paleis. Het complex bevat acht koopstudio’s van ca. 40 m2 per eenheid, 21 huur- en koopappartementen van 120 tot 165 m2, ateliers, startersateliers, cursusruimtes, een conferentiezaal, vergaderruimtes, horecavoorzieningen en een hotel. De publieksfuncties zijn gerangschikt rondom de, voor het publiek toegankelijk gemaakte, westelijke binnenplaats van het gebouw. Hiervoor is de oorspronkelijke bebouwing op de binnenplaats gesloopt.

De tweede, oostelijk gelegen binnenplaats heeft een meer besloten karakter en dient als binnentuin voor bewoners en kunstenaars. De historische elementen in het gebouw en de buitengevels zijn zoveel mogelijk gehandhaafd en nieuwe toevoegingen zijn duidelijk als zodanig herkenbaar gemaakt. Het meest markante punt is de nieuwe onderdoorgang van de Bloemsingel naar de westelijke binnenplaats. Ook de inwendige hoofdstructuur is, zelfs na de verbouwing, deels nog goed herkenbaar. De paneeldeuren in geprofileerde omlijstingen en de vensters met geaccentueerde vensterbanken en raamhout zijn behouden. Ook de kap, die verbouwd is tot studio’s en slaapkamers van de onderliggende woningen, bezit nog de originele houten kapconstructie.

Zowel in het ontwerpproces als in de uitvoering hebben de initiatiefnemers van COB10, en daarna ook de bewoners, een belangrijke rol gespeeld. In diverse werkgroepen is nagedacht over het gebruik van kleur, verlichting en de inrichting. De voorstellen die hieruit voortkwamen, zijn ook daadwerkelijk gerealiseerd. De kamers in het hotel zijn deels ingericht door Groninger kunstenaars. Daarbij werd voor elke kamer een andere kunststroming als uitgangspunt genomen. Onder de grote kap is een enorme variatie aan woningtypen ondergebracht waarin, vanuit een casco ontwerp, bewonerswensen konden worden gerealiseerd. Sinds de oplevering, eind 2009, heeft Het Paleis een plek op de culturele kaart van Groningen veroverd; de diverse mix van activiteiten vormt de kracht van het nieuwe programma.

Kenmerken

logo

Platform GRAS biedt u deze website aan.
Colofon | Proclaimer