De opzet van het stedenbouwkundig ontwerp voor de (toekomstige) woonlocatie Helpermaar – waarmee in 1999 een prijsvraag werd gewonnen – berust op een goede inpassing in de landschappelijke context en de logische aansluiting op de bestaande stedenbouwkundige hoofdstructuur van Groningen-Zuid.
De bijzondere landschappelijke ondergrond vormt een van de uitgangspunten van het ontwerp van deze woonbuurt. De ligging op de grens van ‘hoog’ naar ‘laag’ maakt dat er in het gebied een grote diversiteit aanwezig is, zowel in ondergrond (zand en klei), in beplanting (bomen en weide) en in landschapstypen (bos en polder). Aan de hand hiervan is het plangebied ingedeeld in drie verschillende zones met een eigen karakter, waarbij de bestaande verschillen worden ondersteund en versterkt.
Van oost naar west zijn dit allereerst de Hondsrug zone, met zijn hoge glooiende landschap. Qua inrichting wordt hier aangesloten op het bosrijke karakter van de omgeving; de vrijstaande woningen worden als het ware ingesloten door het bos en ontsloten door ‘zandpaden’.
Daarnaast is er de Stadssingel met zijn stedelijke inrichting en uitstraling. De Singel is een voortzetting van de bestaande stedenbouwkundige hoofdstructuur en heeft een a-symmetrisch profiel dat de differentiatie in milieus extra benadrukt. De brede oostelijke oever biedt gelegenheid voor de doorstroming van kwelwater en biedt gelegenheid tot een daarop afgestemde vegetatie.
Tot slot is er de Polderzone langs de bestaande waterpartijen met zijn lage, vlakke landschap. Het Plan wordt uitgevoerd in twee fasen. Fase 1 beslaat grofweg de zuidelijke helft van het plangebied, waarvan nu vier woningtypen in uitwerking zijn. Aan weerszijden van de Singel liggen de Singelwoningen. Het zijn statige huizen in okergele baksteen die ten opzichte van het maaiveld iets zijn opgetild en voorzien zijn van twee verdiepingen hoge erkers en een doorlopende, gekromde dakrand met een ruim overstek. Ten oosten van de Singel liggen de Bosrand woningen, twee-onder-één-kap woningen in rode baksteen die gekenmerkt worden door koperen, gebogen kappen en serres aan de voorgevel.
Aan de westzijde liggen de Polderrandwoningen, die qua indeling vergelijkbaar zijn met de Bosrandwoningen. Ze hebben een strakke, moderne vormgeving met platte daken en veel glas in de voorgevel. In het zuidelijke deel van het plangebied liggen negen luxe, vrijstaande woningen, elk voorzien van een eigen tuinhuis: de Atelierwoningen. Ten zuiden hiervan komt het Eiland, een plandeel dat op dit moment in ontwikkeling is.