Een rijk gedecoreerd woonhuis, dat een bijna rechthoekige plattegrond heeft. Het bestaat uit een souterrain met daarboven twee bouwlagen en een afgeknot schilddak.

De ontwerper heeft zich laten inspireren door de ideeën van de Jugendstil. Vooral in de gevel is een overdadige decoratie aangebracht. De motieven zijn geïnspireerd op bloemen. Ook zijn er eekhoorns afgebeeld aan weerszijden van de trapeziumvormige erker op de verdieping.

Boven op de dakkapel staat een adelaar. De asymmetrische gevel is opgebouwd uit grijsbruine baksteen en grijze natuursteen. Het natuursteen is vooral toegepast bij de monumentale stoep en dient als kader voor de geronde vorm van zowel het kozijn van de deur als van het raam. Ook in het metselwerk zijn versieringen aangebracht.

Vooral in het muurvlak dat de overgang met het dak vormt zien we een staalkaart van zogenaamde metselverbanden. Daar het pand diep was, heeft de ontwerper in het middengedeelte een lichtschacht aangebracht, die daar voor daglichttoetreding zorgt.

Van Elmpt heeft veel gebouwen ontworpen rond 1900 en gebruikte voor zijn Jugendstil-gebouwen de witte verblendsteen. Het is dan ook opvallend dat hij in deze straat, waar geen winkels gevestigd zijn, de baksteenkleur aangepast heeft bij de omgeving.