Tussen de Friesestraatweg en het Reitdiep bevindt zich een strook met (oude) bedrijfs- en industriebebouwing. Hierbinnen neemt het complex van de voormalige coöperatieve zuivelfabriek De Ommelanden een bijzondere plek in. Het bestaat uit diverse fabrieksgebouwen die vanaf 1924 op dit 2,5 hectare grote terrein werden gerealiseerd.

Een van de meest markante gebouwen is de evenwijdig aan het Reitdiep geplaatste voormalige Nieuwe Condensfabriek. Dit fabriekspand werd tussen 1951 en 1953 naar ontwerp van het Groninger Architectenbureau Oom en Kuipers gebouwd. Tot 1995 vond hier de fabricage van ingeblikte, gecondenseerde melk plaats. Op dat moment opereerde de fabriek als onderdeel van Friesland Dairy Foods die de productie na de sluiting overhevelde naar Leeuwarden. Een deel van de werknemers verhuisde daarbij mee.

De Nieuwe Condensfabriek was voor Oom en Kuipers het eerste grote project in de stad Groningen. Het gebouw valt op door de vroege toepassing van betonskeletbouw, hetgeen in de vroege jaren vijftig van de vorige eeuw vrij innovatief was. Ondanks het beperkte materiaalpalet - rode baksteen en beton - kenmerkt het gebouw zich door veel details. Beton speelt hierbij de hoofdrol: van de zogenaamde ‘paddestoelkolommen’ waarop de betonnen vloer rust tot de betonpanelen bij de vensters en de betonnen trappenhuizen. Opvallend is ook de hoge kwaliteit van het metselwerk.

Daarnaast neemt het gebouw een belangrijke positie in binnen de Groninger industriële geschiedenis. Het herinnert aan de grootschalige zuivelindustrie in de stad en de relatie op dit vlak met de Groninger Ommelanden.

Na sluiting van het omvangrijke complex zijn diverse gebouwen ontmanteld en gesloopt. Op een deel van het terrein werd onder andere een bouwmarkt gevestigd. De meest karakteristieke panden, zoals de nieuwe condensfabriek uit 1953, delen van de oude, vooroorlogse condensfabriek, de schoorsteen en het ketelhuis bleven bewaard. De panden zijn gefaseerd verbouwd tot functionele kantoorruimtes voor voornamelijk ICT-gerelateerde bedrijven, naar ontwerp van Architektenburo Klamer uit Leeuwarden.

Elk bouwdeel is zoveel mogelijk met behoud van het oorspronkelijke, industriële karakter getransformeerd. Wel zijn hier en daar delen gesloopt om goed verhuurbare units met voldoende daglicht te kunnen creëren. Oorspronkelijke binnenwanden die hierdoor buitenwand werden, zijn geïsoleerd en met glasplaten bekleed. Hierdoor is een mooi contrast tussen de oude en nieuwe elementen ontstaan.

Tijdens de renovatie van de condensfabriek zijn de oorspronkelijke houten ramen op de verdieping vervangen door kunststof kozijnen. De begane grond is opgevuld met nieuwe glaspuien met houten kozijnen. De stalen hijsbalk boven het hijstravee is verwijderd en ook dit raampaneel is vervangen door kunststof. In het gebouw zijn tussenwanden geplaatst en is een nieuw trappenhuis gerealiseerd met een lift en een tussenvloer. Op de eerste verdieping is een doorbraak gemaakt richting het aangrenzende gebouw. De beide ‘betonnen’ trappenhuizen verkeren nog in originele staat.