In een rond 1900 gebouwde woonwijk werd een uitbreiding van een meubelfabriek gerealiseerd. De nieuwbouw was bestemd voor magazijnen en voor toonkamers. De bekende fabrikant J.A. Huizinga was eigenaar van de meubelfabriek Nederland; een bedrijf dat in heel Nederland bekendheid genoot. Als ontwerper had hij onder andere A.J. Sanders in dienst. Hoewel van oorsprong meubelontwerper, ontwierp hij ook dit gebouw, dat men een sobere uitvoering van de Jugendstil architectuur kan noemen.
De met gele verblendsteen opgemetselde voorgevel springt niet alleen door de kleur, maar ook door de vormgeving het meest in het oog. De zijgevel heeft geen architectonische waarde.
Het twee bouwlagen tellende gebouw heeft op de begane grond twee openingen in het muurvlak. De nadruk is vooral gelegd op de grote glazen wand op de tweede bouwlaag, die bijna de gehele verdieping omvat. Er is een driedeling gemaakt waarbij het vensterglas gevat is in houten kozijnen. Bij zo’n glasoppervlakte zou men stalen profielen verwacht hebben.
De voorgevel is rijk bewerkt met details. Zo zijn er onder andere reliëfs te zien die verwijzen naar de oorspronkelijke funktie van het gebouw. De maker van deze reliëfs is collega-meubelontwerper A.W. Kort, die overigens ook vrij werk maakte.