Lage der A 5,6
Noorderstationsstraat 47-49
Oosterkade 2
Het oudste deel van graanpakhuis Engeland aan de Noorderhaven werd in 1854, in opdracht van graanhandelaar U.G. Schilthuis, op de plek van een voormalig woonhuis gebouwd. In 1902 ging het eigendom over op N.V. Kraus, Wieringa & Co’s Graanhandel die het pakhuis in 1925 uitbreidde met een extra graansilo, naar een ontwerp van de Groninger architect M.G. Eelkema. Ook hiervoor werd een bestaand woonhuis gesloopt. Een opbouw van golfplaat - een elevatorhuisje - werd later op het oude bouwdeel geplaatst. Desondanks vormt het een kenmerkend onderdeel van het complex dat jaren later zelfs het beeldmerk zou worden van de manifestatie De Intense Stad, waarmee de gemeente Groningen in 2003 het bouwen binnen de bestaande stad wilde stimuleren.
Tussen 1959 en 1988 was het pakhuis in handen van de firma P.K. Wolddijk, die iets verderop pakhuis Albion al in handen had. Het oudste deel van pakhuis Engeland heeft een traditionele uitstraling met een symmetrische opzet. Deze bestaat uit twee hijsdeurtraveeën, elk geflankeerd door smallere traveeën met kleinere ramen, drie in totaal. Kenmerkend zijn ook de beide trijshuisjes waaronder zich de hijsbalken bevonden. Het later toegevoegde silogebouw heeft een veel strakkere en meer torenachtige uitstraling. Ramen ontbreken, behalve aan de top waar zich een serie vierkante vensters bevinden. Hierboven wordt het dak ingeleid met licht uitkragend metselwerk. Op de silo is tevens de naam aangebracht, boven de deur: Engeland.
Nadat de Firma P.K. Wolddijk eind jaren ’80 van de vorige eeuw de Groninger binnenstad verlaten had, bleef naast pakhuis Albion ook Engeland achter. De gemeente nam beide pakhuizen over in ruil voor een nieuwe bedrijfshuisvesting buiten de binnenstad. Na een lange periode van leegstand, antikraak en gebruik als kringloopwinkel, werd het pakhuis in 1996 verbouwd tot appartementencomplex.
Dat er niet snel een nieuwe bestemming werd gevonden, hing vooral samen met de complexiteit van het pand. Er lagen grote financiële risico’s op de loer. Waar de Christelijke Woningstichting Patrimonium het bij Albion uiteindelijk wel aandurfde, bleef een vergelijkbare partij bij Engeland lang buiten beeld. Ontwikkelaars trokken zich terug, haalbaarheidsonderzoeken vielen negatief uit en uiteindelijk was zelfs de gemeenteraad al akkoord met de sloop.
Dat na Albion ook Engeland ‘gered’ werd, is vooral te danken aan een voormalig medewerker van de gemeente Groningen, Douwe Anna Walsma. Walsma was gecharmeerd van de unieke, maar enigszins verborgen kwaliteit van pakhuizen als Albion en Engeland. In een nieuwe rol als projectontwikkelaar zocht hij de samenwerking met architect Theo Oving, die ook betrokken was geweest bij de herbestemming van Albion en verschillende andere projecten op dit vlak.
Net als bij Albion zat de redding in de acceptatie van de niet her te bestemmen onderdelen, zoals de betonnen silo’s. Verder werden nieuwe verdiepingsvloeren aangelegd en werd het dak tachtig centimeter opgetild, waardoor vijf etages met normale verdiepingshoogten gerealiseerd konden wo