Op 16 mei 1849 werd aan de Nieuwstad nummer 12 de tweede gemeentelijke bewaarschool geopend: een voorloper van wat men in Nederland halverwege de 20ste eeuw kleuterschool ging noemen. De bewaarschool was bedoeld voor kinderen van ongeveer drie tot zes jaar. Het pand was ontworpen door Stadsbouwmeester D.H. Bos. Er moest een rijtje van vijf lage huisjes - deze waren al op de kaart van Haubois uit 1643 te zien - voor wijken.
Met de sloop en vervolgens de bouw van de school werd de rooilijn aan de Nieuwstad ongeveer een meter naar achteren verplaatst. Ook de stoepen werden verwijderd zodat de straat veel breder werd. De Zuiderbewaarschool en de Noorderbewaarschool aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat (de huidige Borgmanschool) zijn de oudste bewaard gebleven schoolgebouwen in de stad.
De bouwtekening en het bestek uit 1848 zijn bewaard gebleven: het gebouw bestond uit een school en een overdekte speelplaats, met aan de linkerkant een onderwijzerswoning. De hoofdingang bevond zich, net zoals nu, in het midden van het gebouw. Maar wat tegenwoordig de hal is, was vroeger een kleedkamer met een kleinere hal erachter. Links ervan liep een speellokaal over de volle diepte van het bouwdeel. In de loop der jaren kwamen en verdwenen er bijgebouwen en vonden allerhande aanpassingen plaats. Zo werd er in 1878 een tweede leerlokaal bijgeplaatst, ‘de veranda’ genaamd, waarvoor een galerij werd weggebroken.
In de tuin heeft ook lange tijd een overdekte speelplaats gestaan, die dateerde uit de 19e eeuw. In een omschrijving uit 1924 wordt deze het ‘zandspeellokaal’ genoemd. Tussen dit zandspeellokaal en de school werd in 1925 een grote toiletruimte met vier daklichten gebouwd. Ook in de jaren ‘50 volgde een aantal moderniseringen, zoals een nieuwe vaste kast, een zachtboardplafond en een haard in de opkamer.
De grootste verbouwing met betrekking tot de indeling en het interieurbetrof die uit 1991. Het grote leerlokaal in het rechterbouwdeel was al heringedeeld met lichte scheidingswanden, waarschijnlijk in de jaren ’50. In 1991 werden er langs de achtermuur een gang en in de rechtertravee twee kleine kamers toegevoegd. Achter in het linker speellokaal werd een gang gemaakt. Door geïsoleerde systeemplafonds onder de bestaande te monteren, werden de plafonds verlaagd. Het zandspeellokaal verdween, om zo de speeltuin te vergroten.
Het pand is inmiddels al een aantal jaren als kinderopvang van de Stichting SKSG in gebruik, een zeer passende functie voor een ‘bewaarschool’. Op dit moment wordt in opdracht van de stichting door Architectenbureau Sommer & Arends een plan ontwikkeld om ook de grote lege zolderruimte van het gebouw tot extra speelruimtes te verbouwen.