Lage der A 5,6
Noorderstationsstraat 47-49
Oosterkade 2
Omdat de ‘inning der generale middelen’ niet naar wens verliep, stuurde de provincie in 1631 drie ‘particuliere collecteurs’ de stad in. Zij deden hun werk kennelijk zo goed dat er spoedig 6250 carolus guldens overschoten voor aankoop van ‘sekere huijsinge’ en later nog eens 9000 voor nieuwbouw. ‘Date Caesari quae sunt Caesaris’ lieten Stad en Lande in 1635 op de gevel van hun nieuwe ‘Collectehuis’ zetten. Letterlijk betekent dit ‘Geef de keizer wat des keizers is’, maar zij vonden dat je dit ruim moest zien.
Het pand werd gebouwd in renaissancestijl, waarbij de beeldhouwer van de gevels met een schuin oog gekeken zal hebben naar het ‘huis Panser’ aan de oostzijde van de Grote Markt. Omdat zijn gevel sinds de oorlog de oorspronkelijk dode zuid-zijde van het Goudkantoor siert, is vergelijking nu goed mogelijk.
In 1811 gaf de Franse ‘Caesar’, wiens wil hier toen tijdelijk wet was, het gebouw aan de stad. Een andere Franse functionaris was dit echter even ontgaan, zodat het pand een jaar later gewoon op de tabel der ‘Domaines nationaux’ werd geplaatst. Ook toen de Fransen allang hun Waterloo hadden gevonden bleef het eigendomsrecht nog jaren twistpunt tussen stad en provincie. Pas nadat het in 1843 onbetwist van de stad was geworden, kon het inmiddels vervallen pand opgeknapt worden. Bij deze gelegenheid werd ondermeer de op acht Toscaanse zuilen rustende, zwaar gebeeldhouwde, overkapping aan de oostzijde afgebroken. En om aan alle misverstanden een einde te maken werden de provinciewapens op de gevels vervangen door die van de stad.
In de volksmond sprak men toen al van ‘Goudkantoor’. Deze naam was ontleend aan het bureau van waarborg van goud- en zilverwerken, dat in 1814 de bovenverdieping in gebruik had genomen. Toen dit kantoor in 1887 elders onderdak vond, onderging het gebouw niet opnieuw een naamswijziging. Dit was maar goed ook, want de verschillende gebruikers gingen bijna sneller dan dat zij kwamen. Het Noordelijk Scheepvaartmuseum had nog de langste adem, vanaf haar start in 1932 tot aan de restauratie van 1961-’64.
De laatste restauratie vond plaats in 1996, toen het pand onderdeel werd van het Waagstraatproject.
Tekst: Beno Hofman