Platform GRAS presenteert

STAAT IN GRONINGEN

Architectuur in Stad

vergroot

Andere objecten van Dienst Openbare Werken, gemeente Groningen

Herebrug

Groningen

Oude Kijk in 't Jatbrug

Nieuwe Kijk in Het Jatstraat

afdrukken Openluchtzwembad De Papiermolen

Architectuur
toon vergroting Openluchtzwembad De Papiermolen
toon vergroting Openluchtzwembad De Papiermolen
toon vergroting Openluchtzwembad De Papiermolen

Op de plek van een oude buurtschap, die ten zuiden van de stad rondom een oude papiermolen (1734-1843) was ontstaan, werd in 1949 begonnen met de aanleg van een groot openluchtzwembad voor de stad Groningen. In die tijd zag men de bouw van openluchtbaden als een van de meest prangende sociale bouwopgaven. Men had hoge verwachtingen van de recreërende werking van de openluchtbaden als stimulans voor de volksgezondheid. Openluchtbaden werden als essentiële behoefte van de moderne mens beschouwd en zouden bijdragen aan diens geestelijke en lichamelijke welzijn.

Het prachtige buitenbad, dat beschouwd kan worden als één van de eerste ‘moderne’ openluchtzwembaden van Nederland, is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de gemeente, het toenmalige waterleidingbedrijf, de Geneeskundige- en Gezondheidsdienst, de Stichting voor Bad- en Zweminrichtingen en de Commissie voor Lichamelijke Volksopvoeding. Het gebouw markeert de opkomst van het massatoerisme dat in de jaren ‘50 van de vorige eeuw op gang kwam. Bovendien laat het zien hoe er tijdens de vroeg naoorlogse idealen over de opvoedkundige en vormende waarden van het zwemmen werd gedacht.

Voor de aanleg en het ontwerp van dit gemeentelijke paradepaardje werden kosten nog moeite gespaard: de totale kosten bedroegen bijna anderhalf miljoen gulden (inclusief de aankoop van de grond, het gebouw, de inventaris, het meubilair, de speelwerktuigen, de bassins, grondwerken en het voorbereidings- en advieswerk). Een - ook voor die tijd - astronomisch bedrag.

Het ontwerp is van Jac. Koolhaas, een architect van de dienst Openbare Werken in Groningen. Ter inspiratie reisde Koolhaas onder meer naar Helsinki, Finland, en bracht daar een bezoek aan het Olympisch Zwemstadion. Ook werd de Nederlandse Zwembond geraadpleegd om informatie te verkrijgen over de minimale sportaccommodatie-eisen. Ook openluchtzwembaden in Zwitserland hebben ter inspiratie gediend voor onderdelen in het uiteindelijke ontwerp.
Het complex bestaat uit een hoofd-/kleedgebouw met betonnen hellingbanen, vijf bassins, een tribune, een speel- en zonneweide en een kleuterafdeling. Het totale terrein is 3 ha groot. Opvallend is de ringvormige groepering van de vijf bassins: van bovenaf gezien vormen de bassins samen met het hoofdgebouw een bijna aaneengesloten vijfhoek. Deze opzet is ingegeven door de nog aanwezige restanten van de Helperlinie, een historisch verdedigingswerk, ten zuiden van het zwembad.

Het hoofdgebouw fungeert als windscherm en afscheiding van de later aangelegde Laan der Verenigde Naties (1965 -1971). Het is uitgevoerd als beton-skelet met uitkragende vloeren. De zijkanten zijn bekleed met cementen golfplaten. In het souterrain zijn de technische installaties ondergebracht.
Op de verdiepingen bevonden zich de kleedruimtes; de 1e verdieping was voor de dames, de 2e voor de heren. Iedere verdieping bevatte 76 zeshoekige wisselcabines, die in honingraatverband en in groepen van tien waren geplaatst. Na het verkleden en afgeven van de klerenhangers aan de garderobe passeerden de zwemmers de douches en toiletten om via een open hellingbaan van beton aan de westzijde (het zogenaamde ‘slakkenhuis’) en een waadgoot, de perrons langs de zwembassins te bereiken.

Aan de zuidkant werd een groot, hooggelegen terras aangelegd van waaruit de bezoekers zowel de grote zittribune met 900 zitplaatsen als de kleuterafdeling konden bereiken. Het diepe bad, dat tevens wedstrijdbad is (50 x 20 meter), had een instructiebaan, waarlangs een verdiept perron liep zodat een instructeur op gelijke hoogte met de zwemmer kon staan en via patrijspoorten zelfs de zwem-bewegingen onder water kon volgen. Ook het ondiepe bad was voorzien van patrijspoorten.

Tussen het diepe en ondiepe bad ligt het halfdiepe bad. De scheiding tussen deze drie baden is duidelijk aangegeven door twee betonnen boogbruggen. Aan de andere kant liggen, afgesloten door twee bruggen, het instructiebad en de kleutervijver. Op het middenterrein bevindt zich de kiosk met vlaggenmast en de klok voor de badmeester(s). Aan de kant van de kleuterafdeling ligt de grote zonneweide, omzoomd met dichte beplanting en onderverdeeld in ‘groene kamers’. Het terrein is bewust glooiend aangelegd om de intimiteit ervan te bevorderen. Er is ook een veld voor balspelen.

In 1955 werd het zwembad opgeleverd en sindsdien is er aan de baden weinig veranderd. Een ingrijpende verandering vond in de jaren ‘90 van de vorige eeuw plaats; doordat het zijn oorspronkelijke functie als kleedgebouw verloor, werd het hoofdgebouw afgestoten. Op het middenterrein, dat letterlijk ‘omringd’ wordt door de vijf bassins, werd een nieuwe kleedaccommodatie gebouwd. In het hoofdgebouw werden de originele honingraatvorige kleedhokjes verwijderd en de verdiepingen omgevormd tot kantoor- en atelierruimtes. Op de bovenste twee verdiepingen werden dertig kunstenaarsateliers gebouwd.

Het oorspronkelijke gebouw had een gesloten noordgevel en een open zuidgevel. Een groot deel van de betonnen galerijen in de zuidgevel zijn dichtgezet en van glas voorzien. De nieuwe ateliers op de noordgevel eisten voldoende lichttoetreding, maar de uitstraling van het gebouw moest zo min mogelijk worden aangetast, dus zijn aan de noordzijde driehoekige erkers toegevoegd die het karakteristieke gevelritme in tact laten.

In 1995 kreeg het bad een fikse opknapbeurt, waarbij onder andere het beton werd gezandstraald en van een nieuwe coating voorzien. Sinds 2010 is het gehele complex rijksmonument en staat het in de landelijke top 100 van naoorlogse gebouwen.

Kenmerken

logo

Platform GRAS biedt u deze website aan.
Colofon | Proclaimer