De voormalige bioscoop ligt in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de Grote Markt en werd in 1929 op de plaats van twee historische panden gebouwd. De zijgevels van het theater worden gevormd door de oude buitengevels van deze huizen. De opdrachtgevers J. Oostenrijk, B.H. Mekel en de erfgenaam Bronda lieten de bioscoop door de Groninger architect G. Saville in Art Deco-stijl ontwerpen. Het theater werd in 1994 aangewezen als rijksmonument, mede vanwege de typische vormgeving van de voorgevel in Art Deco-stijl en vanwege zijn betekenis voor de Groninger cultuurgeschiedenis.
Het gebouw is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen onder een plat dak. Een zeventredige, inpandige trap leidde naar een brede portiek met hierboven een rechthoekig bakstenen balkon.
De bioscoop dat een familiebedrijf was heeft tot 1977 gedraaid. Na sluiting stond het gebouw drie jaar leeg tot het in mei 1980, als een reactie op het toenmalige cultuurbeleid in de gemeente Groningen, werd gekraakt. Grote delen van het interieur waren toen al verdwenen, maar het exterieur is gedurende al die jaren tot op heden nauwelijks veranderd. De omtrek van de gevel in neonverlichting - in 1928 door Saville ontworpen - werd in 2000, na vele jaren weg te zijn geweest, op initiatief van de Stichting Grote Markt teruggeplaatst. Een aantal jaren daarvoor had architectenbureau De Zwarte Hond de letters geschonken. Zij waren verantwoordelijk voor de verbouw van de bioscoop in de jaren ‘90.
Bij de verbouwing werd veel waarde gehecht aan het behoud van de oorspronkelijke sfeer. Daarbij bleven de van rijkswege beschermde voorge-vel en zijgevels gehandhaafd terwijl de vloeren werden vervangen. Ook werd het gebouw van een nieuwe achtergevel en een nieuw dak voorzien, waardoor het zijn stabiliteit terugkreeg, zonder dat de aanblik zou worden verstoord. De ruwe bakstenen zijmuren met tal van oude bouwsporen van de gesloopte panden - geliefde decorstukken voor de theatermakers -bleven ongedeerd.
Er werden enkele functies aan het gebouw toegevoegd. Zo bood het nieuwe dak ruimte voor een volwaardige repetitiestudio met daklicht, een kantine en enkele kantoren. Ook is er tussen de grote zaal en de bovenzaal een extra verdieping toegevoegd met twee kleedkamers en opslagruimte voor techniek. In de grote zaal is door technici van het Grand Theatre langs de zijmuren en het plafond een systeem van stalen staanders en leggers aangebracht die het mogelijk maken om op elke gewenste hoogte een brug of looppad aan te brengen of doeken/decorstukken aan op te hangen.
Door het ontbreken van een vaste stoelopstelling en bekabeling is de flexibiliteit van deze zaal erg groot. De entree van het theater werd bij de verbouwing tot op straatniveau verlaagd, waardoor een ruime, hoge hal is ontstaan die uitnodigend werkt op het publiek.