Ter ere van haar 25-jarige jubileum schonk de Gasunie in 1987 vijfentwintig miljoen gulden aan de stad Groningen voor een nieuw museum. Het gaf Frans Haks, de toenmalige directeur, gelegenheid om zijn gevarieerde collectie in een nieuw gebouw onder te brengen. Het nieuwe museum moest uniek zijn, een statement van hedendaagse architectuur. Wie het gebouw ziet, wordt (bewust) geprikkeld te ontdekken wat zich binnen bevindt. Dat komt vooral door de grote variatie in vorm. Hiermee reflecteert het gebouw de verschillende collecties en functies die erin schuil gaan.
Centraal op het museumeiland staat een gouden toren waarin de ‘kunstschatten’ liggen opgeslagen. Onder dit depot is de ingang gesitueerd. Ten westen van de toren liggen twee paviljoens op elkaar. Het onderste, naar ontwerp van Michele de Lucchi, was bestemd voor de presentatie van de geschiedenis van stad en provincie Groningen. Vandaar ook de bekleding met de typisch Groninger rode baksteen. Tegenwoordig worden in dit paviljoen de werken van de Groninger kunstenaarsgroep De Ploeg getoond. Boven op het bakstenen deel ligt een schijfvormig paviljoen van de internationaal vermaarde ontwerper Philippe Starck. Hier bevinden zich de voorwerpen op het gebied van kunstnijverheid. De aluminium schil aan de buitenkant is versierd met het reliëf van een vaas.
Aan de oostkant van de gouden toren zijn twee grotere paviljoens op elkaar gestapeld. Het onderste trapeziumvormige paviljoen bestaat uit twee lagen en is door Mendini zelf ontworpen. Het is bestemd voor wisselende exposities. Een betonnen trap verbindt de twee etages en voert tevens naar het bovengelegen paviljoen van Wolf D. Prix en Helmut Swiczinsky, die samenwerken onder de naam Coop Himmelb(l)au. Hun deconstructivistische bouwwerk bestaat uit dubbelwandige staalplaten en gehard glas waar op de meest onverwachte plekken licht doorheen valt. Mendini, de het hele project coördineerde, is van mening dat de disciplines theater, beeldende kunst, architectuur en wetenschap door elkaar kunnen worden gebruikt. Zo kunnen we het gebouw ook beschouwen als een verstilde dansuitvoering, een testlaboratorium voor gedurfde ideeën en een abstract driedimensionaal schilderij inéén