In opdracht van de voormalige Stichting Studentenhuisvesting werd dit smalle perceel in de binnenstad (op de plaats van een voormalig hotel) ontwikkeld tot woningcomplex voor jongerenhuisvesting. Het gebouw kent boven de begane grond vier woonlagen. Per verdieping bevinden zich zes zelfstandige woonruimtes, die worden ontsloten door een gang met gezamenlijke voorzieningen. In de hoek van het gebouw (het glazen ‘erker-achtige’ gedeelte) bevindt zich op elke etage de gezamenlijke zitkamer. De begane grond is bestemd voor commerciële functies. De toegang tot de woningen ligt in de Kleine Gelkingestraat. Dit trappenhuis geeft ook toegang tot een gezamenlijk dakterras.

Doordat het complex met de lange kant aan een zeer nauwe straat ligt, heeft de architect op deze plaats gekozen voor het gebruik van lichte materialen. De gevel is voorzien van wit stucwerk. Dit zorgt, met de schuiframen en de afwezigheid van balkons, voor een lichte uitstraling. Tevens verraadt deze materiaalkeuze de indeling van het gebouw; de lichte gedeeltes markeren de woonbestemming, de bakstenen gedeeltes herbergen de gezamenlijke ruimtes en de commerciële functies. Ook de hoek van het gebouw is op verschillende manieren gedetailleerd.

Op de begane grond en het dak benadrukt het bakstenen gedeelte de hoek van de straat door middel van inspringen (begane grond) en afronding (dak). Op de woonlagen zorgt de glazen uitbouw voor een accentuering van deze hoek.