De Franse koning Lodewijk XIV was een statig en invloedrijk staatsman. In de tweede helft van de zeventiende eeuw liet hij zijn paleis Versailles volledig verbouwen en uitbreiden. Alles, van trappenhuizen tot serviesgoed, werd in dezelfde weelderige stijl vormgegeven. Met deze luxueuze vormgeving zette het Franse hof een trend die al snel door andere vorstenhuizen en rijke families werd nagevolgd. Zo ook door het Nederlandse koningshuis met Willem III als koning. Hij liet Paleis Het Loo verbouwen en inrichten in dezelfde vorstelijke stijl. Daartoe had Willem de Franse graveur en ontwerper Daniel Marot in dienst genomen, die tevens onder Lodewijk aan Versailles had gewerkt. Marots prenten met ontwerpen voor huizen en tuinen zijn van grote invloed geweest op de architectuur van de achttiende eeuw, met name op het interieur.
De opdrachtgevers waren voornamelijk leden van de zeer gefortuneerde elite. Naast het herinrichten van het interieur, werden ook de gevels van hun woonhuizen opnieuw vormgegeven. Een symmetrische classicistische opbouw bleef in zwang, maar bij voorkeur zonder pilasters (platte zuilen tegen een muur). Grote schuifvensters (onderverdeeld in vele ruitjes) bepaalden de ritmiek. Vaak werd de gevel bepleisterd met stucwerk waarin schijnvoegen werden aangebracht. Grote en zware ornamenten sierden portalen en daklijsten. De toevoeging van balustrades op daklijsten bepaalden tevens het statige uiterlijk van deze zogeheten Lodewijk XIV stijl. In Groningen bevinden zich een aantal woonhuizen in deze stijl, waaronder het ‘Huis met de 13 tempels’ aan de Oude Boteringestraat.
Na 1740 werden de ornamenten steeds speelser en zwieriger. Ramen, deuren en daklijsten raakten omringd door krullerige versieringen. Deze elegante stijl, ook wel bekend als rococo, was tevens uit Frankrijk overgewaaid en ontstaan onder Lodewijk XV. In Nederland sprak men zodoende van de Lodewijk XV stijl. Als tegenreactie op deze uitbundigheid werd aan het einde van de achttiende eeuw de strakkere en symmetrische variant weer geliefd. Deze Lodewijk XVI stijl markeerde de overgang naar het neoclassicisme.