Platform GRAS presenteert

STAAT IN GRONINGEN

Architectuur in Stad

Architectuur
vergroot

Stadspark / Springerpark

Groen

Het Springerpark is het oudste deel van het Stadspark en is aangelegd in de periode 1909 en 1926. Toenmalig directeur Gemeentewerken van de stad J.A. Mulock Houwer (1857-1933) maakte een plan voor een volkspark, waarin een renbaan, een kinderspeelterrein en de al bestaande ijsbaan aan de Paterswoldseweg waren opgenomen. De Haarlemse tuin- en landschapsarchitect L.A. Springer (1855-1940) werd aangetrokken voor het ontwerp en de uitvoering. Hij tekende een park in Engelse landschapsstijl met vloeiende lijnen, een grote vijverpartij, afwisseling tussen open en besloten plekken en fraaie boomcomposities. Het romantische ontwerp is nog steeds herkenbaar. Fraaie doorzichten, zitbanken en bruggetjes, de padenloop, de grote vijver met aangrenzende gazons en het terras met de trappen bij het paviljoen zijn nog grotendeels in originele staat.

Het initiatief voor de aanleg van het volkspark kwam van een aantal notabelen onder voorzitterschap van industrieel en geldschieter J.E. Scholten. In het park konden arbeiders recreëren en genieten van het groen. Tegelijkertijd was het een evenemententerrein en kon er worden gesport; van atletiek tot handbal, van korfbal tot hockey. Centraal in het Springerpark stond het paviljoen van de hand van Mulock Houwer, dat werd geopend in 1926.

Grote diversiteit aan groen
Het Stadspark is groot: oorspronkelijk was het ongeveer 1400 meter lang en circa 300 meter breed. Op de plattegrond van het park is goed te zien dat het ontwerp uit drie delen bestaat. Het Springerpark ligt in het westen. Het middelste deel bestaat uit een ovalen drafbaan met een evenemententerrein. Meest oostelijk, bij de ijsbaan, was een kinderspeelterrein ingericht. Door de omvang van het park biedt het een enorme diversiteit aan soorten groen. In het oudste deel van het Springerpark staan nog enkele historische bomen. Omdat de ondergrond bestaat uit natte veengrond zijn er niet veel echt grote bomen. De dikke veenlaag heeft maar een beperkte draagkracht. Het mineraalrijke kwelwater in een deel van het park zorgt voor een rijke flora en fauna, die de ecologische waarde van het gebied versterken. Het park wordt doorsneden door vele slootjes die verrassend helder zijn. Langs de lanen en wandelpaden groeien planten als daslook en boshyacinten. Bloeiende struiksoorten als de Rododendron, de prachtframboos en de gele kornoelje zijn vooral langs de paden aan te treffen. Er komen maar liefst 53 soorten vogels voor.

Ten westen van het Stadspark lagen sinds 1918 volkstuinen. Ze werden aangelegd op initiatief van J.E. Scholten, die nog steeds met een monument aan de Concourslaan wordt geëerd. Het monument is een ontwerp van Mulock Houwer en werd in 1931 door weduwe Scholten onthuld. Het volkstuinencomplex verhuisde bij de aanleg van de camping naar de andere kant van de Campinglaan. Aanvankelijk verhuurde de gemeente Groningen de volkstuinen, later werd dit door zelfstandige verenigingen overgenomen.

De aanleg van het Springerpark nam ruim dertien jaar in beslag. In de winter van 1913 ging de eerste spade de grond in. Een handjevol ingehuurde werklozen van het gemeentelijke ‘Centraal Bureau voor Werkverschaffing en Armenzorg’ deden de eerste twee winters wat graafwerk. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zette het ‘Comité voor Bemiddeling en Steun’ een groter aantal werklozen aan het werk. Op het hoogtepunt werkten er ongeveer vierhonderd mannen. Veel tewerkgestelden wisten niet dat het een volkspark was waar ze zo hard aan werkten, maar dachten dat het park alleen bestemd was voor de elite.

In 1920 was de grote vijver gereed, waarin veel Stadjers regelmatig zwommen. De feestelijke opening van de drafbaan volgde op 28 augustus 1922, tijdens de viering van 250 jaar Gronings Ontzet. Koningin Wilhelmina bezocht samen met haar familie de grote landbouwtentoonstelling op het evenemententerrein. Tussen 1925 en 1928 werd het park aan de kant van de Paterswoldseweg uitgebreid met een arboretum, een bomen- en heesterverzameling van meer dan 350 soorten. Een groot deel van de oorspronkelijke beplanting staat er nog steeds, al had het park wel veel schade opgelopen tijdens de Duitse bezetting. Veel bomen werden gekapt en verdwenen in de kachels van de Groningers. Voor de aanleg van een antitankgracht was een deel van het park omgespit, dwars door het handbalveld, de Noorderlaan en de renbaan heen. Vanwege de natte bodem lag een loopgravenstelsel boven de grond. Na de oorlog had het park een grondige restauratie nodig, wat mede de reden was dat de Vereniging Stadspark het park in 1948 overdroeg aan de gemeente Groningen.

In 1957 werd het Stadspark uitgebreid met een kampeerterrein en een extra plantsoen. In de jaren zestig van de vorige eeuw volgden een rolschaatsbaan, kinderboerderij, heuvel, speelwerktuigen, een speelweide, volières en een botanische tuin. Dit deel werd aangelegd in een andere sfeer dan het Springerpark. Er werden meer inlandse planten aangeplant, en bovendien meer gebruiksgroen dan kijkgroen. Daardoor doet het wat natuurlijker aan. In de heemtuin zijn veel stinzenplanten aanwezig, waaronder bosanemonen, gevlekte en Italiaanse aronskelken, damastbloemen, lievevrouwebedstro, groene ossentong, struisvarens, vingerhoedskruid, slanke sleutelbloemen en beemdooievaarsbek.

Herinrichting
Stedelijke ontwikkelingen in de omgeving en een nieuwe kijk op de functie van stadsparken leidden in de jaren negentig van de vorige eeuw tot een grondige herinrichting van het Stadspark. De ijsbaan verhuisde naar de oostkant van de stad. Op de vrijgekomen plaats verrees een kantorencomplex in een groene setting. Verder werden de verspreide voorzieningen van het Stadspark geconcentreerd: de botanische tuin, de kinderboerderij, de speeltuinen, de parktuinen en het paviljoen. De grootste barrière in het park bleef echter bestaan: de westelijke ringweg die het park sinds 1978 in tweeën snijdt.

In 2001 maakte de gemeente plannen om het Stadspark veiliger, toegankelijker en overzichtelijker te maken. Het plan ‘De Verborgen Schat' ging uit van een ruimtelijke en functionele driedeling in het Springerpark, het Natuurpark en de Park Boulevard. Bedoeling was de kwaliteiten van het park te versterken, de bereikbaarheid te verbeteren en te investeren in functies als recreatie, sport en cultuur. De toegangsweg langs de Concourslaan werd beplant met een dubbele rij lindebomen. Op die plek stonden voorheen beuken, maar die hadden veel te lijden gehad van de hoge grondwaterstand en moesten worden gekapt. Langs de Concourslaan werden eveneens grote aantallen kievitsbloemen geplant. Een monumentaal hekwerk bij de entree bracht de grandeur terug. Verder kwamen er terrassen, loofgangen, bordessen, spuitende fonteinen en parkmeubilair met een klassieke vormgeving en in gedekte kleuren.

Er zijn geen objecten gevonden

logo

Platform GRAS biedt u deze website aan.
Colofon | Proclaimer