Meer dan zomaar een schoolgebouw
Via een heuse staatsietrap, een ‘rode loper’, betreden dagelijks zo’n 600 leerlingen de nieuwe Leon van Gelderschool. De meterslange trap is tevens bedoeld als ontmoetingsplaats.
Eigenlijk bestaat het nieuwe schoolgebouw uit een aantal ‘lopers’. Aan Paddepoel-zijde, van zuid naar noord, zijn de lopers respectievelijk nóg niet, ten dele en helemaal uitgerold. Bovengenoemde trap is de helemaal uitgerolde loper: gewoonweg omdat ze dient als toegang. De treden zijn maar liefst 90 centimeter breed. Aan de vormgeving van de trap is zeer veel aandacht besteed omdat het voor leerlingen en buitenstaanders uitnodigend moet zijn om de school binnen te gaan.
De nóg niet uitgerolde lopers, zuidzijde, herbergen ruimtes waarin de leerlingen zich goed kunnen concentreren, waar ze niet worden afgeleid door gebeurtenissen en bewegingen in de buitenwereld. Op de ten dele uitgerolde loper is het omheinde schoolplein geplaatst. Dit verhoogde plein, alleen toegankelijk vanuit de 1e verdieping, is uitsluitend bestemd voor de leerlingen van de Leon van Gelderschool. De meterslange staatsietrap wordt vaak gebruikt als ontmoetingsplek voor eigen leerlingen én leerlingen van andere scholen. “Ze zoeken elkaar toch op om allerlei zaken uit te wisselen, daar ontkom je niet aan,” zegt Jan Kuik, adjunct-directeur van de Leon van Gelder.
Met de uitrollende banen aan Paddepoel-zijde verankert de school zich in de woonwijk, maakt ze contact met de omgeving en stelt ze zich open. De zijde Diamantlaan heeft daarentegen een meer gesloten karakter gekregen. “Om de leerlingen en leerkrachten enigszins af te schermen van het drukke wegverkeer,” verklaart Kuik. “Daarnaast ligt het in de vormgeving besloten, de zijde Diamantlaan bestaat immers uit de niet uitgerolde delen van de lopers.”
Omdat de school een aantal naast elkaar liggende lopers verbeeldt, zijn de gevels en het dak afgeschuind. Gevels en dak gaan dan ook harmonieus in elkaar over, vormen één geheel. Voor de bekleding van het gebouw, de zogeheten jas, is aluminium gebruikt. De raamkozijnen zijn van onbewerkt hardhout óf gekleurd kunststof. Het kleurenpalet beperkt zich tot rood, blauw en geel. Deze drie primaire kleuren blijken weloverwogen toegepast te zijn. Kuik licht toe: “Rood staat voor warmte en geborgenheid, geel symboliseert activiteit en blauw verbeeldt rust en concentratie. Het rood, geel en blauw zijn zowel voor het exterieur als het interieur gebruikt. De talrijke gekleurde panelen in de zuidgevel hebben naast een symbolische- ook een praktische functie: ze houden de warmte van de zon tegen.”
De uitrollende loper waarop het verhoogde plein is geplaatst bestaat uit beton. “Soms wordt mij gevraagd welke kleuren het beton en het hardhout krijgen,” merkt Kuik op. “Nou, die krijgen dus geen kleurtjes. Deze materialen blijven onbewerkt omdat we ze zo prachtig vinden. In het ruwe beton zitten toch prachtige patronen? Daar smeer je toch geen laag verf over?”
“De leerlingen zijn intensief betrokken geweest bij de bouw. Zij -en ook de leerkrachten- wilden graag een schoolgebouw dat er totaal anders uit zou zien dan een doorsnee schoolgebouw. Bij het zien van hun nieuwe school wilden de leerlingen een gevoel krijgen van dat is nou mijn school. Ik vind dat de architect daarin is geslaagd.”
Op zaterdag 2 juli 2005, op de Dag van de Architectuur, werd de uitslag bekend gemaakt van de jaarlijkse Stad-Groningse architectuurenquête: de nieuwe Leon van Gelderschool kwam bij het publiek op de tweede plaats.
De school staat in Vinkhuizen, aan de Diamantlaan. Het gebouw, ontworpen door Thomas Rau van het Amsterdamse architectenbureau Rau & Partners, is direct na de zomervakantie in gebruik genomen.