Roest rust niet
In 1991 verhuisden Tonny Schutte (beeldhouwster) en haar man Han Drijvers (hoogleraar semitische talen) van een bakstenen twee onder één kapwoning in Selwerd naar een cortenstalen villa in Hoornse Park. Achter een dergelijke opmerkelijke verhuizing gaat natuurlijk een verhaal schuil.
“Alles begon toen de kinderen de deur uit waren,” vertelt Schutte. “Mijn man en ik zeiden toen tegen elkaar Nu willen we een huis dat helemaal van onszelf is. Ons pakket van eisen was omvangrijk: een symmetrische plattegrond, veel licht in het huis, een grote woonkamer, lange muren en ga zo maar door.”
Het echtpaar bekeek vervolgens diverse bestaande woningen. Maar die boden geen soelaas. “Bij de woningen die we bezochten, zouden muren uitgebroken en ruimtes samengevoegd moeten worden. Dat kost ontzettend veel, dan kun je net zo goed een huis laten bouwen.”
Na een korte zoekactie kwam het echtpaar in contact met architect Fokko van der Veen. “Die hoorde onze wensen aan en toonde vervolgens een ontwerp dat hij net had gemaakt voor een BNA-prijsvraag. We sloegen bijkans achterover, want het ontwerp beantwoordde voor 90 aan onze eisen. Voor de kleine wijzigingen die we wilden, stond Fokko volledig open. Het eindresultaat was een huis waarin we ons volledig konden vinden. Mijn man, die vorig jaar na een ziekbed is overleden, zei dikwijls Er is niets in dit huis dat anders had gemoeten.”
De villa in Hoornse Park valt het best te omschrijven als ‘een doos, overdwars doorsneden door een langgerekt bouwsegment’. Het langgerekte bouwsegment bestaat uit bepleisterd metselwerk dat is gesaust met grijs-rode verf. De zogeheten doos is opgetrokken uit glaspartijen en (geoxydeerde) platen cortenstaal. Het zijn vooral de geoxydeerde platen cortenstaal die de uiterlijke verschijningsvorm van de villa bepalen.
Architect Van der Veen had zich in zijn BNA-ontwerp (buiten de grote glaspartijen) niet vastgelegd op de overige bouwmaterialen: die moesten nog worden ingevuld. Over de uiteindelijke toepassing van cortenstaal verhaalt Tonny Schutte: “Dat was mijn idee. Op een gegeven moment, toen ik over de ringweg van Groningen reed, zag ik metalen schermen die totaal verroest waren. Ik dacht toen: dat is een mooie kleur, het lijkt wel fluweel. Zo’n kleur wil ik ook voor mijn nieuwe huis!”
Geoxydeerd cortenstaal reageert, als een kameleon, op externe omstandigheden. Bij zonnig weer is het materiaal bijna oranje, bij regen glanzend zwart. Het oranje diende als uitgangspunt voor de kleur die het langgerekte bouwsegment kreeg. “De aanvankelijke kleur van dat bouwdeel was grijs. Maar dat werkte niet, het contrasteerde te veel met het cortenstaal. Vervolgens hebben we een beetje rood aan het grijs laten toevoegen. Toen was het goed: beide kleuren pasten bij elkaar, vulden elkaar aan.”
De kleur(en) van geoxydeerd cortenstaal blijkt velen aan te spreken. Tonny Schutte spreekt uit ervaring: “Ik heb regelmatig personen aan de deur die ook een eigen huis willen laten bouwen, die ook overwegen cortenstaal te gebruiken vanwege de kleur. Meestal vragen ze naar de technische aspecten van het materiaal. Roest het niet helemaal door? Nee dus, op een geven moment houdt dat op en krijg je als het ware een beschermlaag.”
- Architect: Fokko van der Veen
- Opdrachtgever: echtpaar Drijvers
- Type gebouw: vrijstaand woonhuis
- Locatie: T.W.S. Mansholtstraat 50, Groningen
- Bouwjaar: 1991
- Bouwmaterialen: traditioneel casco (metselwerk uit kalksteen en systeemvloeren); bekleding exterieur bestaat uit 6 mm dikke platen cortenstaal
- Bouwsom totaal: ƒ 400.000 (bouw- en installatiekosten)