Nieuw in Kostverloren
De wijkvernieuwing in Kostverloren begint in 2004. Vanaf dat moment bruist het van de activiteiten in de buurt. Renovatie, sloop en nieuwbouw gaan hand in hand samen. Voor de nieuwbouw worden bekende bureaus aangetrokken, waaronder MAD Architekten.
Als het jarenvijftig-woonblok aan het eind van de Rembrandt van Rijnstraat is gesloopt, verrijst ‘De Staalmeesters’ van MAD. De voorgevel en het dak van het wooncomplex hellen fors achterover. Deze opvallende vorm is ingegeven door een wens van visueel gehandicapten in het tegenoverliggende woonblok. Dezen wilden namelijk een ‘schitterende’ of ‘lichtweerkaatsende’ aanblik.
En dat hebben ze gekregen. Door het achterover hellen heeft MAD het principe gehanteerd van ‘hoek van inval = hoek van uitval’. Anders gezegd: een schuine lijn vangt beduidend meer zon én weerkaatst dus meer licht dan een rechte lijn. Het architectenbureau heeft het reflecterende effect van de schuine wand nog eens extra kracht bijgezet door de gevel en het dak samen te stellen uit glas en aluminium. Beide materialen zijn immers sterk lichtweerkaatsend.
Opdrachtgever Nijestee is met De Staalmeesters voor differentiatie gegaan: een mix van koop en huur én een mix van woningtypen. In het midden, in het fors teruggezette deel, bevinden zich acht grondgebonden eengezinswoningen. Deze woningen worden aan weerszijden geflankeerd door vooruitspringende blokken waarin dertig appartementen zijn gerealiseerd. Tegen de appartementen zijde J.J. van Goyenstraat is een blokje gezet bestaande uit twee woon/werk woningen.
Wooncomplex De Staalmeesters bestaat dus uit vier delen. Op straatniveau worden deze delen visueel met elkaar verbonden door een plint van donker baksteen waarop hekwerk is gezet. De grondgebonden eengezinswoningen zijn toegankelijk via een verhoogd terras, de dertig appartementen via galerijen. Onder het complex is voor de bewoners een halfverdiepte parkeervoorziening gerealiseerd.
Het lichtweerkaatsende aluminium is als een huid over de gevel en het dak getrokken. MAD gebruikt graag aluminium omdat het goed modelleerbaar is. Desgewenst kun je er gemakkelijk ronde bouwvolumes mee maken. Architect Johannes Moehrlein licht toe: ‘Met aluminium kun je als het ware vormen gieten. We ontwerpen vaak gebouwen met gebogen lijnen als de gebouwen tussen bestaande architectuur komen te staan. Panden met gebogen silhouetten voegen zich vriendelijker tussen bestaande gebouwen dan panden met strenge, haakse hoeken’.
Het luxe nieuwbouwcomplex ‘La Déesse’ (Frans voor ‘de godin’) aan de Friesestraatweg is ook ontworpen door MAD. Op de begane grond van het pand is een bedrijfsruimte ondergebracht. Negen ruime appartementen zijn verdeeld over drie bouwlagen en op de vierde verdieping bevinden zich twee riante penthouses. Ook bij dit complex is het aluminium als een huid over de gevel en het dak getrokken.
Voor de naamgeving ‘La Déesse’ én de toepassing van aluminium moeten we naar het Frankrijk van 1955. In dat jaar vindt in Parijs de introductie plaats van de Citroën DS, ofwel La Déesse. In Nederland is ze vooral bekend onder de legendarische naam ‘Snoek’. La Déesse (de godin van de weg) wordt gekenmerkt door een gestroomlijnd silhouet en het lichte materiaal waar ze van is gemaakt.
Nu is La Déesse aan de Friesestraatweg gebouwd op een plek waar voorheen de Citroën-garage van Timmer stond. Redenen te over voor het architectenbureau om in het ontwerp te refereren aan de Snoek. Het gestroomlijnde silhouet werd omgezet in gebogen lijnen, het lichte materiaal werd aluminium en de ramen kregen de vormen van de bekende Snoek-koplampen. Al met al vertoont de voorgevel van het complex opvallend veel overeenkomsten met het front van de Snoek. La Déesse (de godin van de Friesestraatweg) verwijst op fraaie en eigentijdse wijze naar het verleden van de locatie.