Kleur
AAS Architecten liet het Korrezoom-complex aan de Korreweg rood beschilderen. UN Studio voorzag het Research Laboratorium aan de Oostersingel van een aantal verticale kleurbanen. En pvanb architecten maakte het helemaal bont met haar uitbreiding van de EBR bibliotheek op Campus Zernike. Is het gebruik van kleur in architectuur een item, een nieuwe trend?
Nee, het is van alle tijden. Kleur en architectuur gaan al eeuwenlang samen. De bouwwerken van de Grieken en Romeinen mogen er nu dan wat kleurloos bijstaan, ooit waren ze bont beschilderd. Felle tinten als rood, geel en blauw werden niet geschuwd. Ook in latere jaren werden knallende kleuren gebruikt in de architectuur. Zo kreeg de toren van de Der Aa-kerk bij de restauratie, in 1982, haar oorspronkelijke okergele tint terug. Veel Stadjers moesten er behoorlijk aan wennen.
In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw voorzagen de architecten van De Stijl en de Amsterdamse School hun bouwwerken van opvallende kleurstellingen. Theo van Doesburg, de theoreticus van De Stijl achtte kleurgebruik zelfs essentieel. Volgens hem kon je architectuur ‘bezielen’ door tinten aan te brengen.
En hij had gelijk. Daarvan getuigen een aantal pleinen en straten in Groningen: het Deliplein, de Petrus Hendrikszstraat, het Bernoulliplein en de Gerbrand Bakkerstraat. Allemaal gebouwd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, en àllemaal hebben ze de kleuren uit die tijd teruggekregen. De voorheen ietwat mistroostige Petrus Hendrikszstraat oogt nu levendig, fris, en ‘bezield’. Door de kleuren zijn accenten aangebracht, komt de straatgevel minder plat over en vibreert de omgeving als het ware.
De huizen rondom het Bernoulliplein en in de Gerbrand Bakkerstraat zijn gerestaureerd. Dat houdt in dat kleuronderzoek is verricht. De vele verflagen op de raamkozijnen en deuren zijn afgekrabd tot de onderste laag, tot de oorspronkelijke kleur. Deze authentieke tint werd vervolgens opnieuw aangebracht. Restauratie houdt immers in dat de reconstructie historisch verantwoord moet zijn. In de Petrus Hendrikszstraat en aan het Deliplein heeft geen kleuronderzoek plaatsgevonden. Daar is gewoon gekozen voor ‘gangbare jaren twintig- en dertigkleuren’. Het effect is er niet minder om, de huizen sprankelen weer.
Voor het Korrezoom-complex aan de Korreweg is slechts één kleur gebruikt, rood. UN Studio gaat met het Research Laboratorium aan de Oostersingel een stapje verder, in de verticale kleurbanen zijn meerdere tinten opgenomen. Maar het kleurrijkste gebouw in Groningen is ongetwijfeld de uitbreiding van de EBR bibliotheek op Campus Zernike van pvanb architecten.
Als je langs de bibliotheek loopt of rijdt, lijkt het gebouw steeds te veranderen. Afhankelijk van de richting, hoek en afstand worden diepte én kleuren steeds weer anders ervaren. Dat komt omdat de kleurpatronen zijn verwerkt in een transparant raster dat is gebaseerd op het zogeheten moiré-effect. Een moirépatroon is een interferentiepatroon dat ontstaat als twee sets met lijnen over elkaar heen gelegd worden onder een iets verschillende hoek, of als ze een iets verschillende lijnafstand hebben.
Klinkt misschien ingewikkeld, maar iedereen heeft er wel eens mee te maken gehad. We hebben immers allemaal wel eens een diffuse, wazige uitdraai uit de printer zien komen. Dat is dus een moirépatroon. Nog een voorbeeld. Het patroon kan optreden als de horizontale streepjes van een overhemd van een presentator op de televisie interfereren met de lijnen van de tv. De streepjes gaan dan onrustig trillen en/of trekken.
Kleuren zijn niet noodzakelijk voor het verkrijgen van een moirépatroon, maar ze verlenen wel een extra dimensie. Dat blijkt wel uit de bibliotheek op Campus Zernike. Zonder de opgenomen kleurpatronen zou het effect minder fascinerend zijn geweest.
Nog even terug naar Theo van Doesburg, naar zijn overtuiging dat je architectuur kunt bezielen met kleur. De kleurrijke bibliotheek staat pal tegen het kleurloze WSN-gebouw (tegenwoordig Duisenberg Gebouw geheten). Naar welk gebouw zou de voorkeur van Van Doesburg zijn uitgegaan?