Met de aanleg van Het Verbindingskanaal werd eind 19de eeuw - bij het afbreken van de stadswallen - een vaarverbinding tussen de Ooster- en Westerhaven gemaakt. De Verbindingskanaalzone is 2 kilometer lang en begrenst de zuidkant van de binnenstad. In deze zone liggen veel markante oude en nieuwe gebouwen, zoals het Groninger Museum, het Cascadecomplex, de KPN-borg, het Hoofdstation NS, de villabuurt Zuiderpark, het cultuurcentrum De Oosterpoort en De Brinkflats van Rem Koolhaas. In de jaren ’80 van de vorige eeuw werd dit gebied als een verouderd gebied beschouwd; weliswaar vlakbij de binnenstad gelegen, maar niet goed functionerend. Daarom werd deze zone in Het Structuurplan van 1986 aangewezen als intensiveringgebied voor ontwikkeling van nieuwe sociaaleconomische functies, zoals luxe kantoorcomplexen. Van belang voor de zone zelf, maar ook voor de versterking van de centrumfunctie van de stad.
In 1987 werden de gerenommeerde architecten/stedenbouwkundigen Rem Koolhaas en Joseph Paul Kleihues als adviseurs gevraagd hun ideeën over dit gebied weer te geven en te reageren op het masterplan dat de Dienst Ruimtelijke Ordening had gemaakt. Er volgde een open planproces, waarbij in tal van openbare discussies de plannen werden besproken.
In grote lijnen bestonden de plannen uit een afwisseling tussen oud en nieuw, een sterkere concentratie van nieuwe ruimte in het centrum (rondom het hoofdstation) en aan de uiteinden (west- en oostkant). Daarnaast werd er bij de plannen veel nagedacht over de doorstroming van het verkeer vanaf de ring en de entree naar de stad.
De verbindingskanaalzone werd ook buiten Groningen bekend, vooral door de komst van het Groninger Museum. Na meer dan 15 jaar bouwen aan deze zone ontstond een levendig gebied, met verschillende functies dichtbij de binnenstad.