Korrewegwijk
De Korrewegwijk is een vooroorlogse wijk in het noordoosten van de stad Groningen, gelegen aan weerszijden van de Korreweg, waarvan de naam ook is afgeleid. Het grootste deel van de wijk werd in een betrekkelijk lange periode, tussen 1919 en 1965, gebouwd op basis van diverse gemeentelijke uitbreidingsplannen waaronder het Plan van Uitleg van Mulock Houwer en de Uitbreidingsplannen van Berlage en Schut. Het gebied rond de kruising Korreweg, Boterdiep, Rodeweg is het oudst en werd aangelegd vanaf 1870. Veel straatnamen verwijzen naar voormalige Nederlandse koloniën.
In de Korrewegwijk werden de eerste voorbeelden van sociale woningbouw gerealiseerd. Zo verrees tussen 1909 en 1911 het eerste complex van 87 arbeiderswoningen. Later volgde onder meer grootschalige volkshuisvesting aan de Bilitonstraat, het Deliplein, de Atjehstraat en een deel van de Sumatralaan. De Korrewegwijk was tevens de plek waar het allereerste Nederlandse voorbeeld van de Nieuwe Zakelijkheid werd gerealiseerd: de toenmalige MTS en Ambachtsschool, nu bekend als het Wiebengacomplex. De scholen werden gebouwd op het voormalige Noordersportterrein in een voor die tijd zeer moderne stijl. Zo modern zelfs dat na oplevering in 1932 werd besloten het meteen te omzomen met bebouwing in meer traditionele baksteenarchitectuur.
Hoewel gerealiseerd over een lange tijdspanne is de Korrewegwijk, net als de Oosterparkwijk, een typerend voorbeeld van vooroorlogse stedenbouw. De structuur wordt bepaald door gesloten bouwblokken, ingevuld met woonbebouwing in de stijl van de Amsterdamse School (met gebruik van veel baksteen en het toepassen van versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen). Net als bij de Oosterparkwijk stamt de bebouwing aan de oostrand (zoals die langs het Van Starkenborghkanaal) uit de periode na de Tweede Wereldoorlog. Ook dit deel bestaat dus uit een mengeling van vooroorlogse stedenbouw en naoorlogse architectuur.
Op verschillende plekken in de Korrewegwijk is de afgelopen decennia flink vernieuwd en gerenoveerd. Meest recent zijn de ontwikkelingen in het naoorlogse deel van de wijk (met name het gebied tussen het Molukkenplantsoen en het van Starkenborgkanaal) waar verschillende oude bouwstroken zijn vervangen door nieuwbouw (zoals Indische Poort). Doel was ondermeer het verbreden van het woningbouwaanbod om de doorstroming te bevorderen en om de wijk aantrekkelijker te maken voor hogere inkomensgroepen.
De Hoogte
De Hoogte, ontstaan tussen 1917 en 1920, is een van de weinige woonbuurten in Groningen die gebouwd zijn volgens de beginselen van de tuinstadgedachte; het is een dorpje op zich, een woonbuurt met veel eengezinswoningen (van 2 verdiepingen) en een klein aantal winkels. De bouwblokken die de buurt begrenzen, zijn een bouwlaag hoger dan de overige woningen. Hierdoor is een soort 'stadsmuur' ontstaan, die de buurt een intiem karakter geeft. De hoofdtoegang tot De Hoogte is de monumentale Cortinghpoort. De buurtwinkels bevinden zich direct achter deze poort. De Hoogte is ruim opgezet met veel groen. De bewoners konden in de eerste jaren na de oplevering zelfs een eigen moestuin huren, voor 1 gulden per jaar. Met een latere uitbreiding van de buurt verdwenen die moestuinen. Het uiterlijk van De Hoogte is niet alleen bepaald door de tuinstadgedachte. Ook de geschiedenis van de locatie speelde mee bij het ontwerp. Op deze plaats stond in de middeleeuwen namelijk een burcht; het Cortinghhuis. De vierkante plattegrond van de buurt en de torentjes in de Idastraat zijn een verwijzing naar die burcht.
Oosterhamrikkade 102-112 NZ | appartementencomplex | 2017
ArchitectuurNoorderstationsstraat 46 | stadsvilla | 1920
Architectuur