Deze lagere school wordt tussen 1914 en 1915 gebouwd als School der 3e klasse XXVIII. Later krijgt de school de naam Karel Doormanschool. Het ontwerp is van de hand van J.A. Mulock Houwer, de directeur Gemeentewerken J.A. Mulock Houwer. Het is de eerste school die in de Zeeheldenbuurt wordt gebouwd. Gelijktijdig wordt een identieke school gebouwd aan de Wassenberghstraat in de Schildersbuurt: School der 2e klasse XIX). Beide scholen bestonden oorspronkelijk uit zes lokalen, een gymnastieklokaal, een kamer voor het hoofd en een overdekte speelplaats.

 

In 1928 wordt de zolderverdieping aan de noordoostkant van de school verbouwd om ruimte te maken voor een extra lokaal. In 1948 wordt nog een lokaal toegevoegd in de voormalige overdekte speelplaats aan de oostzijde. Dit lagere bouwdeel had oorspronkelijk een zadeldak met een identieke bekroning met fronton als het trappenhuis en voorzien van hoekpilasters. Sinds 1990 krijgt het gebouw een bestemming als kinderdagverblijf.

 

Het deels onderkelderde gebouw is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen onder een plat dak. Aan de voorzijde is het gebouw over de volle breedte voorzien van een lessenaarsdak, belegd met een zwartgeglazuurde verbeterde Hollandse pan en voorzien van een geprofileerde houten bakgoot op decoratief bewerkte klossen. Aan de oostzijde bevindt zich een eenlaags bouwdeel met een plat dak: de voormalige overdekte speelplaats. 

 

Al het gevelmuurwerk is opgemetseld uit een bruinrode baksteen; de plint is voorzien van een granieten afzaat. Het trappenhuisdeel springt iets naar voren uit het gevelvlak en is geaccentueerd met suggesties van gemetselde pilasters en doordat het hoger is opgemetseld en is bekroond met een doorbroken driehoekig fronton met een steekkap (zadeldak). In de bovenste helft bevinden zich drie langgerekte ladderramen met een gemeenschappelijke grijsgranieten vensterbank. 

 

De topgevel bevat een ovaalvormig houten venster met een roedeverdeling, bestaande uit gekruiste vierkanten. Het venster heeft een rechthoekige granieten omkadering. Onder de gootdelen aan weerszijden zijn twee natuurstenen vlakken aangebracht met daarin rondboognisuitsparingen. De begane grond bevat twee rechthoekige vensters met een 8ruits-roedenverdeling en strekken. 

 

De ingangspartij zit in het rechter gedeelte van de voorgevel en is voorzien van een bakstenen stoep. Ze bestaat uit een stel dubbele deuren met smalle hoge bovenlichten in een bakstenen omkadering. Het linker geveldeel met de voormalige gymnastiekzaal bevat twee driedelige vensterpartijen met roedeverdeling in onderramen en bovenlichten met strekken. Het voordakschild bezit hiermee corresponderend twee houten dakkapellen met ramen met een roedeverdeling; boven de ingang en met de breedte hiermee corresponderend een dubbele dakkapel. De achtergevel bevat op begane grond en verdieping reeksen van driedelige raampartijen tussen gemetselde muurdammen. De ramen hebben een roedeverdeling in de onderramen en bovenlichten en zijn voorzien van granieten vensterbanken.

 

Inwendig is de structuur van het gebouw goed herkenbaar gebleven. Via de driehoekige entreeruimte komt men in de hal met trappenhuis, middengang en klaslokalen met gangvensters met roedenverdeling. De wanden van de entreehal, trappenhuis en gangen zijn bekleed met geelcrèmekleurige vierkante tegels en afgezet met tegels met een blauwe sierrand. De wand boven de uitgebouwde nis aan de westzijde bevat een zesdelig glas-in-loodraam met randen van geel/blauw/paars gekleurd glas. 

 

De betontrap is bekleed met eikenhouten traptreden en voorzien van houten leuningen en sierlijk bewerkte smeedijzeren hekwerken. Het bordes halverwege heeft eveneens een eikenhouten plankenvloer. De trappenhuisvensters zijn ingevuld met mat geribbeld glas en het ovalen venster hierboven met glas-in-lood met bloemmotieven in geel/blauw/paarse tinten. De kap boven het trappenhuis heeft houten spanten met consoles.