Plan van Uitleg Mulock Houwer, 1903-1906
Aan het einde van de negentiende eeuw is er met name in de grote steden een groot tekort aan geschikte woningen. Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking woont, vaak met grote gezinnen, in een eenkamerwoning en bijna een derde deel in een tweekamerwoning. De woonomstandigheden zijn ronduit erbarmelijk en komen de volksgezondheid niet ten goede. De regering besluit daarom in 1901 tot de Woningwet. Deze is in de eerste plaats bedoeld was om de volkshuisvesting te verbeteren. Ook worden gemeenten van meer dan 10.000 inwoners verplicht iedere tien jaar een uitbreidingsplan op te stellen of te herzien. Het rijk hoopt zo een ongeordende stedenbouw en een wildgroei aan slechte woningen tegen te gaan.

Als gevolg van de Woningwet ziet de gemeente Groningen zich ook genoodzaakt om een uitbreidingsplan te maken. Dit zogenoemde Plan van Uitleg wordt in 1903 gepresenteerd en na enige wijzigingen in 1906 goedgekeurd door de gemeenteraad en, wat later, door Gedeputeerde Staten. Verantwoordelijk voor het ontwerp is de directeur van de dienst Gemeentewerken, ingenieur J.A. Mulock Houwer. Zijn Plan van Uitleg zet vooral in op de aanleg van straten, wegen, waterwegen en pleintjes rondom de bestaande stad, die aan het begin van de twintigste eeuw niet veel verder reikt dan de sinds 1878 verdwenen stadswallen.

Voor zijn ontwerp laat Mulock Houwer zich inspireren door de destijds zeer invloedrijke ideeën over stedenbouw van de Oostenrijkse architect Camillo Sitte. De ideale stad van Mulock Houwer is een evenwichtige combinatie van sociaal-economische aspecten (volkshuisvesting, verkeer en recreatie) en esthetische kwaliteiten. Bochtige straten, statige lanen en pleinen met monumentale gebouwen vormen de basis. Helaas blijkt deze ‘esthetisch verantwoorde infrastructuur’ veel te kostbaar. Ook vormen langdurige onteigeningsprocedures een belemmering voor de planuitvoering. Tot een volledige uitvoer van het plan komt het dus niet.

Toch dient het Plan van Uitleg tot ver in de jaren twintig als stedenbouwkundige leidraad. Delen van de Plantsoenbuurt, de Oranjebuurt en de Oosterparkwijk worden volgens dit plan gerealiseerd. Duidelijk te herkennen zijn de Prinsesseweg en het Gorechtkanaal. Bovendien ontwerpt Mulock Houwer na 1906 tal van deelplannen die een stuk rationeler van opzet zijn. 

Jaar

1903