Stad van Straks 1996 en Stad van Straks Extra 1998
Stad van Straks

De compacte stad, een idee dat in het landelijk planologisch beleid vanaf 1983 werd omarmd en waar mogelijk verdichting van de (binnen)steden inhield, bleef het uitgangspunt van de nationale ruimtelijke ordening. In 1990 verscheen de Vierde Nota Extra (Vinex), waarin nogmaals werd benadrukt dat er zoveel mogelijk in en aan de bestaande stad gebouwd moest worden. Het credo luidde: “Nabijheid boven bereikbaarheid”. Eerst dienden de bouwmogelijkheden in de stad benut te worden, daarna die aan de stadsranden.

Naast het stimuleren van werkgelegenheid, stond de woningbouw weer hoog op de agenda. Volgens berekeningen zouden er tussen 1995 en 2015 landelijk ongeveer 835.000 nieuwe woningen gebouwd moeten worden: de zogenaamde Vinex opgave, De afstand tussen dit wonen en werken zou zo kort mogelijk moeten zijn. De regering hoopte zo het autogebruik en de uitstoot van uitlaatgassen terug te dringen. 

Onder verantwoordelijkheid van wethouder Willem Smink verscheen in 1996 het nieuwe structuurplan De stad van straks, Groningen 2005. Overeenkomstig de Vierde Nota Extra lag het accent op bouwen in de stad en langs de stadsrand. Dicht tegen de bestaande stad verrezen kantoorlocaties en woonwijken als De Held, Reitdiep en Piccardthof. Tevens kregen de eerste plannen voor Meerstad vorm.

In het nieuwe structuurplan werd de stad, met al haar nieuwe uitbreidingen, beschouwd als een groot stedelijk netwerk. Het sleutelwoord was “samenhang”. Dit werd niet alleen bevorderd door goede verkeersverbindingen, maar ook door een evenwichtige verdeling van voorzieningen. Op die manier zou de stad haar typisch stedelijke identiteit niet verliezen.

Tussen 1901 en nu werden voor de stad Groningen diverse structuur- en uitbreidingsplannen gemaakt. Deze plannen zijn van invloed geweest op de feitelijke ontwikkeling van Groningen.

Stad van Straks Extra

In 1998 bracht het toenmalige stadsbestuur de Stadsvisie ‘Het Stedelijk Alternatief’ uit. Groningen kwam daarmee tegemoet aan de doelstelling van het landelijke grote- stedenbeleid: kom tot een complete stad. Een complete stad is een stad met een sterke fysieke, sociale en economische structuur. De Stad van Straks Extra was het ruimtelijke deelplan van de stadsvisie en bevatte een ontwikkelingsprogramma voor de stedelijke vernieuwing. Doel was, via een sterke verbetering van de fysieke omgeving, problemen die in grote steden speelden – werkloosheid, gebrek aan leefkwaliteit, wegtrekken van gezinnen en bedrijven uit de stad- aan te pakken.

De Stad van Straks Extra borduurde grotendeels voort op de Stad van Straks. Nieuw is dat de stad vanuit een breder blikveld werd bekeken. Het fysieke programma werd opgesteld vanuit het besef dat de positie van de stad in de regio én het belang van het ommeland voor de stad, cruciaal zijn voor verdere ontwikkeling. In de Regiovisie Groningen – Assen 2030 zijn voor het eerst afspraken gemaakt om een gemeenschappelijk ruimtelijk ordeningsbeleid te voeren. Daarbij werden bouwopgaves per stad/kern vastgesteld, gezamenlijke investeringen gedaan in de ontwikkeling van het landschap en de aanleg van de HSL/Magneetzweefbaan werd op de kaart gezet. Eveneens nieuw is dat de programma-onderdelen in de Stad van Straks Extra uitgewerkt zijn in meetbare doelen en resultaten. 

Lag het accent van de Stad van Straks vooral op de ontwikkeling van de stadsranden, bij de Stad van Straks Extra verschoof dat ten dele terug naar de bestaande stad. Dat is zichtbaar geworden in de ontwikkeling van Europapark, CiBoGa en extra investeringen in beheer en onderhoud. De Stad van Straks Extra legde boven alles de basis voor de wijkvernieuwing. Vinkhuizen was de eerste wijk waar de vernieuwing met een stevige aanpak van start ging.

Jaar

1996