Op voormalig landgoed De Kamp bouwt architect Evert van Linge in 1955 zijn eigen royale bungalow. Opdrachtgever is zijn vrouw Dien van Linge-Wiersema. De plek is onderdeel van het in 1928 opgestelde uitbreidingsplan Villapark. Binnen dat plan worden in de jaren dertig al talloze (dubbele) villa’s gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog loopt de verkoop terug en besluit de gemeente de kavels te verkleinen, om ze zo goedkoper te maken en de particuliere bouw te stimuleren. 

Van Linge’s bungalow heeft een L-vormige plattegrond en is gesitueerd in de noordoostelijke hoek van een bosachtig perceel met monumentale bomen. Met dank aan het glooiende maaiveld—een cadeautje van de ligging op de Hondsrug—kan de noordvleugel boven op een souterrain met dienstruimtes en een garage worden gebouwd. Bekleed met veldkeien dient deze als een sokkel voor de bungalow. 

De bungalow is verder uitgevoerd in een genuanceerde gele steen of gesausd metselwerk. Kenmerkend zijn het licht hellende lessenaarsdak, karakteristieke luifels, een betonnen luchtboog en de natuurstenen schoorsteen op de binnenhoek van beide vleugels. Opvallend is dat de puien en deuren helemaal tot aan de dakplaat lopen, waardoor het geheel een open en heldere uitstraling heeft.