De aandacht voor architectuur en ingenieurskunst zit er bij Adrianus Rudolphus (Adriaan) Wittop Koning (Rotterdam, 6 april 1878 - Leiden, 21 september 1961) al vroeg in. Zo is zijn vader, Dirk Arnold Wittop Koning (1845-1909), werkzaam bij Gemeentewerken Rotterdam. Daar geeft hij onder ander de leiding over de bouw van de eerste Willemsbrug. 

 Adriaan Wittop Koning volgt lessen aan de tekenacademie in Rotterdam en specialiseert zich daarna in de bouwkunde. Na zijn studie werkt bij architect Karel de Bazel, die grote invloed op hem zal hebben. In 1902 vestigt hij zich in Bussum en begint daar zijn eigen bureau. Tussen 1905 en 1924 is hij lid van het genootschap Architectura et Amicitia in Amsterdam. In 1917 verhuist Wittop-Koning naar Groningen. Aanleiding is zijn huwelijk met jonkvrouw Catharina Rengers Hora Siccama. 

 

Wittop-Koning vestigt zijn bureau aan de H.W. Mesdagstraat 50A. Landhuis De Vennen in Haren behoort tot zijn eerste grote klussen – al schijnt hij in zijn tijd in Bussum ook al betrokken te zijn geweest bij Villa Sonnevanck aan de Verlengde Hereweg. Daarna volgen er nog veel meer. Alleen al aan de Rijksstraatweg bouwt hij in de jaren twintig van de vorige eeuw diverse villa's en landhuizen, waaronder De Brinkkamp en De Zonnewijzer.

 In de stad ontwerpt Wittop-Koning in 1922 onder andere de Amsterdamsche Bank aan de Grote Markt, die in april 1945, tijdens de bevrijding, in vlammen opgaat. Andere bekende werken van Wittop-Koning zijn het Jhr. Rhijnvis Feithhuis aan de Kleine der A 5 (1937), Dubbele Villa De Kamp aan de Verlengde Hereweg 208-210 (1935) en het kantoor van 'Levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht' aan de Herestaat dat hij samen met A. Th. van Elmpt ontwerpt. Menigeen kent dat pand nu als De Faun.

 Het oeuvre van Wittop-Koning is bijzonder rijk en omvat veel meer dan alleen villa’s en nieuwbouw. Zo specialiseert hij zich voor de oorlog al in complexe restauraties. Hij is bij talloze projecten betrokken, waaronder de renovatie van Menkemaborg in Uithuizen en de restauratie van talloze middeleeuwse kerken in het Omme- en Hogeland: van Bierum, Termunten en Woldendorp tot Oldenzijl, Godlinze en Siddeburen. Het bezorgt hem in 1953 de Culturele Prijs voor Beroepskunstenaars van de provincie Groningen. Ook is hij na de oorlog lid van de Provinciale Commissie voor oorlogs- of vredesgedenktekens, die de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen advuseert over de plaatsing van oorlogsmonumenten.

 Eind jaren vijftig verhuist Wittop-Koning met zijn vrouw naar Rijswijk. Hij overlijdt in 1961 op 83-jarige leeftijd in Leiden. Oh, en een aantal jaren geleden werd er een straat naar hem genoemd: de Wittop Koningstraat in het stadsdeel Europapark. Ga er maar eens kijken en constateer dat Wittop Koning heel veel beter verdient.