Canterhuis
De reizende dominee Potter trok aan het begin van de 19de eeuw door Groningen. In de Brugstraat waren ‘alle de oude lompe duistere gevels van de veertiende en vijftiende eeuw weggeruimd’, constateerde hij tevreden. Het Canterhuis op nummer 26, in oorsprong een middeleeuws zaalhuis, was op dat moment inderdaad al in een ander jasje gestoken. In 1872 zou het ook een nieuwe voorgevel krijgen.
Het Gotisch huis op Brugstraat 24 daarentegen, verkeerde – zoals de naam al aangeeft – in meer oorspronkelijke staat. De eerste ingrijpende verbouwing van dit pand vond plaats rond 1445 en kwam op het conto van de bierbrouwende burgemeester Evert Wygboldus. Het onderste deel van de voorgevel, met rijk geprofileerde pilasters, is van latere datum – mogelijk omstreeks 1500, toen ook het achterhuis werd gebouwd. Nadat lakenhandelaar Hendrick Helmichs in 1603 een hele reeks bierbrouwers was opgevolgd als eigenaar, werd het Gotisch huis opnieuw ingrijpend verbouwd. De top verloor toen waarschijnlijk zijn karakteristieke Gotische ‘pinakels’ of ‘tempels’, zoals Groningers ze vaak noemen. Bij deze verbouwing werden de voordeur, in de meest linkse travee, en drie hoge kruisvensters ernaast vervangen door twee rijen vierkante vensters. Dit hing samen met de verbouwing van de hoge woonzaal erachter tot een opslagruimte van twee verdiepingen.
In 1978 kregen het Noordelijk Scheepvaartmuseum en het Niemeyer Tabaksmuseum een plek in het Canterhuis en het Gotisch huis. Daarvoor werden de panden constructief ingrijpend maar stilistisch terughoudend gerestaureerd. Tegenwoordig vind je op nummer 24 en 26 het Museum aan de A, gewijd aan de geschiedenis van Groningen.
Locatie
Brugstraat 26
Ook bekend als
Scheepvaartmuseum
Museum aan de A
Jaar
15de eeuw
Ontwerp
Plaats
Groningen
Status
Rijksmonument