Openbare lagere school
Dit schoolgebouw, gelegen in de westelijke gevelwand van de Agricolastraat, in het oostelijke deel van de binnenstad, werd in 1875 gebouwd in opdracht van de gemeente Groningen, naar ontwerp van stadsbouwmeester J.G. van Beusekom in een eclectische bouwstijl met classicistische elementen. Het schoolgebouw is van een voor die tijd nieuw type: het had acht lokalen, verdeeld in vier groepen van ieder twee rug-aan-rug gelegen lokalen, gescheiden door drie gangen. Aan het uiteinde van de gangen waren deuren. In 1892 werd het gebouw uitgebreid met vier lokalen op de verdieping, ten behoeve waarvan aan de achterkant een trappenhuis werd gebouwd.
Aan de westzijde bevindt zich een groot schoolplein. Dit type school heeft navolging gekregen met de scholen aan de Rademarkt en de Violenstraat. In het gebouw is een tijdlang het Noordelijk Instituut voor Nijverheid en Techniek gehuisvest geweest. De oorspronkelijke indeling van de klaslokalen is
voor een deel gewijzigd, na het afsluiten van de noordelijke en zuidelijke gang.
Het schoolgebouw is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een kelder met één en gedeeltelijk twee bouwlagen onder een dwarsgeplaatst schilddak. Het verhoogde middengedeelte is met dakleer bekleed, de eenlaagse vleugels met moderne sneldekkers. De voorgevel en de achtergevel van de verhoging zijn opgemetseld uit rode baksteen en voorzien van een gepleisterde plint; de zij- en achtergevels zijn geheel gepleisterd en voorzien van schijnvoegen en een imitatie frijnslag. De schilddaken zijn belegd met moderne sneldekkers; het verhoogde middengedeelte en het trappenhuis zijn met dakleer bekleed. Aan de straatzijde zijn de roedenvensters gepaard en segmentboogvormig gesloten onder radiaal gemetselde strekken met hardstenen onderdorpels. In het midden bevindt zich een dubbele houten deur met bovenlicht en een hardstenen stoep. De deuren in de vleugels zijn verkleind tot vensters. De gevel wordt afgesloten door een geprofileerde houten kroonlijst, waarin zich gietijzeren verankeringen voor trekstangen in de vorm van cartouches bevinden met daarboven een geprofileerde bakgoot.
Aan de achterzijde bevindt zich nog het oorspronkelijke trappenhuis uit 1882, toen het gebouw werd uitgebreid met vier lokalen op de verdieping. Dit trappenhuis is gepleisterd en voorzien van imitatie groeven en frijnslag. Het bovenste gedeelte heeft een houten dakbeschotbekleding waarvan de onderzijde geschulpt is. De rechthoekige roedenvensters volgen het klimmende verloop van de trap. De dubbele toegangsdeur aan de westzijde is vernieuwd. In de westgevel van de zuidelijke vleugel bevindt zich nog een originele paneeldeur.
In het interieur bewaard gebleven onderdelen zijn de raamkozijnen met origineel raamhout en geprofileerde vensterbanken, het trappenhuis met de originele steektrap met bordes, trappalen, houten leuningen en balustrade, voorzien van bescheiden snijwerk.aan de westzijde is vernieuwd. In de westgevel van de zuidelijke vleugel bevindt zich nog een originele paneeldeur. In het interieur bewaard gebleven onderdelen zijn de raamkozijnen met origineel raamhout en geprofileerde vensterbanken, het trappenhuis met de originele steektrap met bordes, trappalen, houten leuningen en balustrade, voorzien van bescheiden snijwerk.
Locatie
Agricolastraat 33
Jaar
1875
Ontwerp
Plaats
Groningen
Status
Gemeentelijk monument