Op 6 mei 1903 wordt in bijzijn van de leden van het Groninger Boekverkoperscollege de eerste steen gelegd van het Typografengasthuis. Het plan omvat 35 hofwoningen aan een binnentuin en zes beneden- en bovenwoningen aan de straat, 47 in totaal. De woningen zijn bestemd voor gepensioneerde typografen die in het hof kosteloos of tegen een kleine vergoeding kunnen wonen. De bouw volgt uit een slim besluit dat veertig jaar eerder al door het Boekverkoperscollege is genomen. Steeds was uit het batige saldo van het florerende eigen ziekenfonds wat geld apart gezet in een pensioenfonds. Daarmee kon nu dus het Typografengasthuis worden betaald. 

Het ontwerp van architect K.H. Holthuis bevat opvallende kajuiten met trapgevels op de daken en is verrijkt met dorpelbanden en verhoogde segmentbogen met siermetselwerk. Vanaf 1972 zijn de woningen in het gasthuis verkocht aan particulieren. De leden van het pensioenfonds die er dan nog wonen, mogen er tot hun dood blijven. Het beheer van het gasthuis komt in handen van de Stichting Typografengasthuis, waaraan alle individuele huiseigenaren tot op de dag van vandaag deelnemen.