Oosterpoort
De Oosterpoort is een wijk aan de zuidoostkant van de binnenstad. De wijk wordt in het noorden en noordwesten begrensd door het Verbindingskanaal en door de Oosterhaven. In het noordoosten en oosten vormen het Eemskanaal z.z., de Europaweg en het industrieterrein ten oosten van het Oude Winschoterdiep de begrenzing, in het zuidoosten het terrein van de Gemeentelijke Reiniging en in het zuidwesten en westen respectievelijk de spoorlijn en de Hereweg.
De Hereweg en de Oosterweg behoren al lang tot de belangrijke uitvalswegen aan de zuidkant van de stad. Langs de wegen vond voorheen op de hoger gelegen gronden van de Hondsrug land- en tuinbouw plaats, terwijl op de lager gelegen gronden in het oosten veeteelt werd bedreven. In 1350 werd het Winschoterdiep gegraven en ontwikkelde zich al wat kleinschalige bedrijvigheid op de plek van de huidige Oosterpoort. Vanaf 1657 lag buiten de Oosterpoort - noordelijk van de als versterking van de vesting gegraven Griffe - de vuilnisbelt van de stad: de zogenaamde Drekstoep. Al voor 1830 had zich ten zuiden daarvan een sloppenwijkje gevormd. Aan het eind van de 19de eeuw werd de vuilnisbelt verplaatst naar het terrein van de huidige Gemeentelijke Reiniging. Op het oude terrein werd de Veemarkt aangelegd.
In 1864 vond aan de Brandenburgerstraat, de Kleine Brandenburgerstraat en de Kleine Sophiastraat de eerste(kleinschalige) bebouwing van de huidige wijk plaats. De aanleg van de spoorlijn naar Nieuweschans in 1868 had tot gevolg dat de zomerhuisjes en theekoepels die de welgestelden van de stad in dit gebied hadden laten bouwen, voor een groot deel verdwenen. Vanaf 1869 werd het hele gebied in hoog tempo bebouwd. In het begin lag het initiatief tot de aanleg van straten vooral bij de gemeente. Later, vanaf ca. 1876, kwam het initiatief veelal van particulieren. Rond 1900 was het gebied tot de Meeuwerderbaan grotendeels met arbeiders- en middenstandswoningen volgebouwd. Een uitzondering vormde het gebied ten oosten van de Hereweg, dat in 1880 door de gemeente werd bestemd als woongebied voor de welgestelden: het Zuiderpark. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog veranderde er in de wijk relatief weinig.
In het zuiden werd de wijk in 1969 doorsneden door de ringweg. Hiervoor werden aan de Meeuwerderbaan en de H.L. Wichersstraat woningen afgebroken. In het begin van de jaren ‘70 van de vorige eeuw werd op de plek van de voormalige veemarkt, het Cultureel Centrum De Oosterpoort gebouwd. Hierdoor verdween het grootste deel van de Veemarktstraat.
De Oosterpoort is een typische negentiende-eeuwse arbeiderswijk die voor het grootste deel voor de Woningwet van 1901 tot stand is gekomen. Het Zuiderpark vormt hierbinnen een apart gebied. De bebouwing bestaat hier voornamelijk uit vrijstaande villa's (zoals die aan Zuiderpark 25 en Zuiderpark 12-13). Het Zuiderpark is in 2000 in zijn geheel aangewezen als beschermd stadsgezicht. Ruimtelijk gezien is er een duidelijke aansluiting met de binnenstad en met het noordoostelijk deel van de Herewegbuurt.
De Hereweg en de Oosterweg behoren al lang tot de belangrijke uitvalswegen aan de zuidkant van de stad. Langs de wegen vond voorheen op de hoger gelegen gronden van de Hondsrug land- en tuinbouw plaats, terwijl op de lager gelegen gronden in het oosten veeteelt werd bedreven. In 1350 werd het Winschoterdiep gegraven en ontwikkelde zich al wat kleinschalige bedrijvigheid op de plek van de huidige Oosterpoort. Vanaf 1657 lag buiten de Oosterpoort - noordelijk van de als versterking van de vesting gegraven Griffe - de vuilnisbelt van de stad: de zogenaamde Drekstoep. Al voor 1830 had zich ten zuiden daarvan een sloppenwijkje gevormd. Aan het eind van de 19de eeuw werd de vuilnisbelt verplaatst naar het terrein van de huidige Gemeentelijke Reiniging. Op het oude terrein werd de Veemarkt aangelegd.
In 1864 vond aan de Brandenburgerstraat, de Kleine Brandenburgerstraat en de Kleine Sophiastraat de eerste(kleinschalige) bebouwing van de huidige wijk plaats. De aanleg van de spoorlijn naar Nieuweschans in 1868 had tot gevolg dat de zomerhuisjes en theekoepels die de welgestelden van de stad in dit gebied hadden laten bouwen, voor een groot deel verdwenen. Vanaf 1869 werd het hele gebied in hoog tempo bebouwd. In het begin lag het initiatief tot de aanleg van straten vooral bij de gemeente. Later, vanaf ca. 1876, kwam het initiatief veelal van particulieren. Rond 1900 was het gebied tot de Meeuwerderbaan grotendeels met arbeiders- en middenstandswoningen volgebouwd. Een uitzondering vormde het gebied ten oosten van de Hereweg, dat in 1880 door de gemeente werd bestemd als woongebied voor de welgestelden: het Zuiderpark. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog veranderde er in de wijk relatief weinig.
In het zuiden werd de wijk in 1969 doorsneden door de ringweg. Hiervoor werden aan de Meeuwerderbaan en de H.L. Wichersstraat woningen afgebroken. In het begin van de jaren ‘70 van de vorige eeuw werd op de plek van de voormalige veemarkt, het Cultureel Centrum De Oosterpoort gebouwd. Hierdoor verdween het grootste deel van de Veemarktstraat.
De Oosterpoort is een typische negentiende-eeuwse arbeiderswijk die voor het grootste deel voor de Woningwet van 1901 tot stand is gekomen. Het Zuiderpark vormt hierbinnen een apart gebied. De bebouwing bestaat hier voornamelijk uit vrijstaande villa's (zoals die aan Zuiderpark 25 en Zuiderpark 12-13). Het Zuiderpark is in 2000 in zijn geheel aangewezen als beschermd stadsgezicht. Ruimtelijk gezien is er een duidelijke aansluiting met de binnenstad en met het noordoostelijk deel van de Herewegbuurt.