Na zijn studie aan de Groninger Academie Minerva en de voorloper van de Amsterdamse Academie van Bouwkunst werkt Evert van Linge een aantal jaren voor Architectenbureau H.A.J. en Jan Baanders in de hoofdstad. Hetzelfde bureau waar ook bekende Amsterdamse Schoolarchitecten als Cornelis Blaauw, Michel de Klerk, Willem Maas en Jouke Zietsma hun carrière starten. 

In 1920 keert Van Linge terug naar Groningen om daar zijn een eigen bureau te beginnen. Hij bouwt er zijn eigen huis met kantoor op de bovenste verdieping, herkenbaar aan het grote glazen raam dat uit het muurvlak steekt. In het ontwerp verwerkt hij de een robuuste gesinterde mondsteen met donkerrode Groninger perssteen. Van Linge combineert dit met voor die tijd zeer moderne stalen kozijnen en een vormentaal ontleend aan De Stijl. Zo vermengt hij invloeden uit de Amsterdamse School met die van De Stijl en de Nieuwe Zakelijkheid. Een vergelijkbare mix zit ook in de aangrenzende woningen op de nummers 3 en 5 die Van Linge kort na zijn eigen woonhuis ontwerpt voor de families Grijpstra en Klamer.