G. Nijhuis
Gerrit Nijhuis (Groningen, 26 mei 1860 - Renkum, 31 augustus 1940) doet als jonge architect werkervaring op bij de Groninger architect K. Hoekzema, architect A.R. Freem uit Arnhem en de landelijk opererende Amsterdamse bureaus van G.B. Salm en A.D. van Gendt. Nijhuis is actief bij Van Gendt in de periode dat diens bureau werkt aan het Concertgebouw van Amsterdam. De banden met Van Gendt blijven hecht. Zo fungeert hij nadat hij zich als zelfstandig architect vestigt in Groningen als ‘architect ter plaatse’ bij de uitvoering van door Van Gendt ontworpen bankgebouwen in Groningen, Appingedam en Assen.
In Groningen groeit Nijhuis uit tot een vooraanstaand architect die veelvuldig werkt voor grote opdrachtgevers binnen de handel en nijverheid. Zo ontwerpt hij voor steenkolenhandelaar P.A. Camphuis, krantenuitgever R. Hazewinkel, bankdirecteur J. H. Geertsema en koffiebrander Klaas Tiktak zakenpanden, industriepanden, rijk gedecoreerde herenhuizen en imposante villa’s, maar ook bescheiden arbeiderswoningen en sobere pakhuizen.
Net als zijn leermeester Van Gendt valt Nijhuis niet te betrappen op een vaste stijl. Een brede belangstelling voor ontwikkelingen in architectuur en de uitwisseling van kennis en ervaring met collega-architecten zijn bepalend voor zijn buitengewoon diverse oeuvre. Gerrit Nijhuis kan niet losgezien worden van de bijna twintig jaar jongere architect Karel Reker, die vanaf 1900 als opzichter werkt bij het bureau van Nijhuis. De samenwerking leidt in 1923 tot de oprichting van de maatschap Nijhuis & Reker. Samen bouwen ze het rijke en diverse oeuvre van Nijhuis verder uit.